Uitgelogd

U bent succesvol uitgelogd.

Beleggen in opties

Een optie is een derivaat, dat wil zeggen een afgeleid financieel product. De waarde van een optie is afhankelijk van de prijsontwikkeling van de onderliggende waarde: het product waaraan het is verbonden is. De onderliggende waarde kan bijvoorbeeld een aandeel, obligatie of index zijn.

Beleggen brengt risico’s met zich mee. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.

 

De term ‘optie’ doet denken aan een tijdelijk recht om iets te kopen, bijvoorbeeld een huis. Neem je een optie op een huis, dan is de aanbieder verplicht om het aan je te verkopen. Bij beleggen is het ook zo. Opties zijn standaard contracten waarmee je een recht koopt óf een plicht krijgt om iets tegen een vastgestelde prijs te kopen of verkopen.

Met opties kun je inspelen op stijgende, gelijkblijvende en dalende koersen. Daarom kan het een nuttig beleggingsproduct zijn binnen jouw beleggingsstrategie. Met opties kun je met een kleine inleg al veel rendement halen, maar het risico op een aanzienlijk verlies is ook groot.

De voor- en nadelen van opties

 

Voordelen van opties

  • Opties bieden je mogelijkheden om in te spelen op stijgen, dalen en gelijk blijven van de onderliggende waarde. Zo kun je bijvoorbeeld ook in een dalende of gelijkblijvende markt rendement halen.
  • Door de hefboomwerking kun je met een optie meer profiteren van een koersbeweging dan van een belegging in aandelen alleen.  

Nadelen van opties

  • Opties zijn complexe beleggingsproducten. Je moet ze goed begrijpen voordat je er verantwoord in kunt handelen.
  • Door de hefboomwerking kun je meer dan je inleg verliezen. En soms zelfs een schuld overhouden.

Wat je moet weten over opties

Opties werken met een hefboom. Door de hefboomwerking is de winst die je met een optie kunt maken groter dan wanneer je direct in de onderliggende waarde zou beleggen (in procenten gerekend). Dit komt doordat je bij een optie een kleiner bedrag hoeft te beleggen dan bij een directe belegging in de onderliggende waarde. Maar de kansen op winst zijn wel gelijk.

Bij een ‘verkeerde’ beweging verlies je met opties al snel en vaak veel geld. Sneller en meer dan bij een directe belegging in de onderliggende waarde. Als bijvoorbeeld de prijs van de onderliggende waarde ongeveer hetzelfde blijft, zal de optie steeds sneller zijn waarde verliezen en zonder waarde aflopen op de expiratiedatum van de optie. Bij een directe belegging in de onderliggende waarde zou je belegging gewoon ongeveer hetzelfde waard blijven.

Er zijn twee soorten opties: call-opties en put-opties. Als je deze koopt, koop je dus een recht. Over het aangaan van een plicht (opties schrijven) lees je verderop meer.

Koop je een call-optie of een put-optie, dan betaal je een premie. Daarmee krijg je een recht om in een bepaalde periode een bepaalde hoeveelheid van een onderliggende waarde tegen een vooraf bepaalde prijs te kopen (call-optie) of te verkopen (put-optie).

Je bepaalt zelf of je gebruikmaakt van je recht. Maak je hiervan gebruik, dan noemen we dit uitoefenen.

  • Uitoefenprijs
    De vooraf bepaalde prijs noemen we de uitoefenprijs.
  • Expiratiedatum
    De dag dat de optie afloopt is de expiratiedatum. Dit is altijd vooraf bepaald.
  • Expiratiemoment
    Het tijdstip dat de optie afloopt heet het expiratiemoment.
  • Uitoefenperiode
    De periode tot het expiratiemoment van de optie heet de uitoefenperiode. Opties kennen verschillende uitoefenperiodes. Het meest gebruikelijk zijn maandopties, waarbij de expiratiedatum de derde vrijdag van de maand is. Maar er zijn ook weekopties en zelfs dagopties.
  • Premie
    De prijs van een optie noemen we de premie.
  • Contractgrootte
    Hoe groot de onderliggende waarde van de optie is staat altijd vooraf vast. Bij een aandelenoptie is de contractgrootte meestal 100: je kunt met 1 optie 100 aandelen kopen of verkopen. Bij een indexoptie is de contractgrootte altijd 100: verandert de index met 1 punt, dan krijg of betaal je € 200.

De prijs van een optie noemen we premie. Deze bestaat uit 2 delen:

  1. De tijd- en verwachtingswaarde
    Dit deel geeft aan wat de markt verwacht van de prijs van de onderliggende waarde. Hierbij houdt de markt rekening met de tijd die er nog is tot de afloopdatum van de optie, de expiratiedatum. Op het moment van expiratie is de tijd- en verwachtingswaarde bijna nul.
  2. De intrinsieke waarde
    Dit deel is het verschil tussen de uitoefenprijs en de prijs van de onderliggende waarde. Er is intrinsieke waarde als de prijs van de onderliggende waarde hoger is dan de uitoefenprijs van een call-optie. Of als de prijs van de onderliggende waarde lager is dan de uitoefenprijs van een put-optie. De intrinsieke waarde kan nooit lager dan nul worden.

Als de prijs van de onderliggende waarde stijgt:

  • dan zal de premie van een call-optie op die onderliggende waarde meestal ook stijgen; en
  • dan zal de premie van een put- optie op die onderliggende waarde meestal dalen.
Als de prijs van de onderliggende waarde daalt:
  • dan zal de premie van een call-optie op die onderliggende waarde meestal ook dalen; en
  • dan zal de premie van een put- optie op die onderliggende waarde meestal stijgen.

Een bijzonderheid van opties is, dat je een optie ook kunt verkopen zonder dat je daarin positie hebt. Je krijgt dan een negatieve positie. Dit verkopen noemen we schrijven en zo’n negatieve positie noemen we een short-positie. Schrijf je een optie, dan krijg je geen recht maar een plicht:

  • Als je een call-optie schrijft
    Je ontvangt de premie. Daarmee heb je de plicht om in de uitoefenperiode een bepaalde hoeveelheid van een onderliggende waarde tegen de uitoefenprijs te leveren.
  • Als je een put-optie schrijft
    Je ontvangt de premie. Daarmee heb je de plicht om in de uitoefenperiode een bepaalde hoeveelheid van een onderliggende waarde tegen de uitoefenprijs af te nemen.

Je kunt gedekt schrijven en ongedekt schrijven:

  • Bij gedekt schrijven heb je de onderliggende waarde in jouw beleggingsportefeuille en schrijf je op basis van die dekking. Voorbeeld: je hebt 200 aandelen Philips en schrijft daar 2 call-opties Philips op. Moet je op een moment aan je plicht voldoen en de aandelen leveren, dan kun je dus keurig die 200 aandelen leveren. Dit gebeurt automatisch, daarvoor hoef je zelf geen opdracht te geven.
  • Bij ongedekt schrijven heb je de onderliggende waarde niet in je beleggingsportefeuille. We nemen hetzelfde voorbeeld: Moet je op een moment aan je plicht voldoen en de 200 aandelen Philips leveren, dan kun je dat niet. Je moet dan eerst de aandelen op de beurs kopen en die gelijk weer leveren, ook dit gebeurt automatisch. 

Schrijf je put-opties, dan is dat altijd ongedekt. Bij een geschreven put-optie moet je namelijk de onderliggende waarde afnemen. Stel dat je 2 put-opties Philips hebt geschreven en je moet op een moment aan je plicht voldoen? Dan koop je dus 200 aandelen Philips tegen de uitoefenprijs, ook dit gebeurt weer automatisch.

Om er zeker van te zijn dat je aan je plicht van je ongedekt geschreven optie kunt voldoen, moet je een bepaald bedrag op je rekening aanhouden. Dit bedrag noemen we de margin. De margin is geen vast bedrag, maar kan elke dag veranderen, dit is onder andere afhankelijk van de premie. Is je margin te laag, dan kunnen je orders niet uitgevoerd worden.

Opties kunnen op verschillende manieren eindigen.

1. Als je een optie hebt gekocht

Heb je een optie gekocht, dan kan je optie eindigen doordat:

  • je je optie uitoefent; 
  • je je optie sluit (sluitingsverkoop); of 
  • je optie zonder waarde op de expiratiedatum afloopt.
2. Als je een optie hebt geschreven
 
Heb je een optie geschreven, dan kan je optie eindigen doordat:
  • je optie wordt aangewezen. Een koper oefent dan zijn recht uit en jij als verkoper (schrijver) moet dan aan je plicht voldoen. Dit kan niet alleen op de expiratiedatum gebeuren, maar ook eerder in de uitoefenperiode; 
  • je je optie sluit (sluitingskoop); of  
  • je optie zonder waarde op de expiratiedatum afloopt.
 

Amerikaanse stijl-opties kunnen tijdens de hele looptijd van de optie uitgeoefend worden. Dit zijn meestal aandelenopties. Europese stijl-opties kunnen alleen op de afloopdatum uitgeoefend worden. Dit zijn meestal indexopties. Bij de opties Amerikaanse stijl vindt de afwikkeling fysiek plaats, in de onderliggende waarde zelf. Bij de opties Europese stijl gebeurt dit in geld.

Of een optie waarde heeft, geven we aan met de begrippen In the money, Out of the money en At the money.

  • In the money
    Dit betekent dat de prijs van de onderliggende waarde hoger is dan de uitoefenprijs van een call-optie. Of dat de prijs van de onderliggende waarde lager is dan de uitoefenprijs van een put-optie. De optie heeft op dat moment een voor de belegger positieve waarde. De premie bestaat dan vooral uit intrinsieke waarde en minder uit tijd- en verwachtingswaarde.
  • Out of the money
    Dit betekent dat de prijs van de onderliggende waarde lager is dan de uitoefenprijs van een call-optie. Of dat de prijs van de onderliggende waarde hoger is dan de uitoefenprijs van een put-optie. De optie heeft op dat moment een voor de belegger negatieve waarde. De premie bestaat dan alleen uit tijd- en verwachtingswaarde. 
  • At the money
    Dit betekent dat de prijs van de onderliggende waarde ongeveer gelijk is aan de uitoefenprijs van de optie. De premie bestaat ook dan alleen uit tijd- en verwachtingswaarde, in het begin kan die nog iets hoger zijn dan de tijd- en verwachtingswaarde van een optie die out of the money is.

Winst en verlies bij het kopen of schrijven van opties hangen af van een aantal factoren.

Koop je een optie, dan is je winst maximaal:

  • Het positieve verschil tussen de prijs van de onderliggende waarde en de uitoefenprijs;
  • Min de premie die je betaalt; en
  • Min de kosten die je betaalt.

Koop je een optie dan is je verlies maximaal:

  • De premie die je hebt betaald;  
  • Plus de kosten die je hebt betaald.

Schrijf (verkoop) je een optie, dan is je winst maximaal:

  • De premie die je hebt gekregen;
  • Min de kosten die je hebt betaald.
Schrijf (verkoop) je een optie, dan is je verlies maximaal:
  • Het negatieve verschil tussen de prijs van de onderliggende waarde en de uitoefenprijs. Bij een call-optie is dit verschil in theorie oneindig; 
  • Plus de kosten die je hebt betaald; 
  • Min de premie die je hebt ontvangen.

 

 

Beleggen in opties bij ABN AMRO

Als je zelfstandig belegt bij ABN AMRO, kun je alleen met de beleggingsvorm Zelf Beleggen Plus in opties beleggen. Je kunt opties kopen en verkopen met de ABN AMRO app, Internet Bankieren of Mijn Dealingroom.

Voordat je bij ABN AMRO kunt beleggen in opties, vragen wij je eerst om hiervoor een aparte overeenkomst (Deelovereenkomst Opties) te ondertekenen en om hierover een kennisexamen  te maken. Slaag je voor het examen, dan heb je voldoende kennis om in opties te mogen beleggen. Slaag je niet? Dan past beleggen in opties mogelijk niet bij je. Je kunt dan geen orders in opties opgeven.

Beleggen kent risico's

Beleggen doe je met geld dat je over hebt, naast je buffer voor onvoorziene uitgaven. Beleggen brengt risico’s met zich mee. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen. Het is goed om je hiervan bewust te zijn.