
Dat Nederlanders gemiddeld genomen in grote huizen wonen is bekend. In verhouding met andere Europese landen is het aantal vierkante meters en kamers per bewoner in Nederland bovengemiddeld. De schuldige: het in Nederland alomtegenwoordige rijtjeshuis. Veel Nederlanders hechten er waarde aan, maar de toekomst vraagt vooral om een ander type huizen.
Meer ruimteschaarste en eenpersoonshuishoudens
Allereerst wordt de strijd om de ruimte in Nederland steeds heviger. Wonen, werken, landbouw, recreatie, natuur en energie vechten om voorrang. Door toenemende schaarste moeten we meer functies op een beperkte oppervlakte met elkaar zien te combineren. Dat betekent ook indikken bij nieuwbouw en een meer kritische benadering van de ruimteclaim door wonen.
In dat opzicht komt het goed uit dat er steeds meer vraag is naar kleine woningen. Nederland staat in de Europese subtop als het gaat om het aantal eenpersoonshuishoudens. Bijna 44 procent van de huishoudens bestaat uit één persoon en dit aantal is in tien jaar bovendien met zeven procentpunt gegroeid. De huizenvoorraad in Nederland past met 63 procent eengezinswoningen steeds minder goed bij de vraag. De tijd waarin het gezin de hoeksteen van de samenleving was ligt inmiddels wel achter ons.
Betaalbaarheid heeft baat bij kleiner bouwen
Betaalbaarheid speelt kleiner bouwen eveneens in de kaart. Door schaarste op de woningmarkt is wonen in Nederland relatief duur geworden, met name voor degenen die tegen de relatief hoge hypotheekrente moeten lenen of aangewezen zijn op een huurwoning. Kleiner bouwen betekent bovendien lagere materiaalkosten en minder klimaatimpact.
We zijn op de goede weg. Appartementen namen de afgelopen tien jaar gemiddeld genomen in omvang af, door nieuwbouw van kleinere appartementen. Het aantal appartementen tot 75 vierkante meter groeide met 21 procent, het aantal groter dan 75 vierkante meter met slechts 6 procent. Anderzijds werden sinds 2014 nog altijd evenveel eengezinswoningen als appartementen bijgebouwd. Ook lijken nieuwe eengezinswoningen gemiddeld groter te worden.
Tijd voor ommekeer in beleid
De huidige beleidsontwikkelingen baren zorgen. Het is problematisch dat de belastingdruk bij woningcorporaties dreigt op te lopen waardoor investeringen onder druk komen. Daarnaast ontmoedigt de Wet betaalbare huur ondanks de corrigerende nieuwbouwopslag investeringen in nieuwbouw van kleine huurwoningen, terwijl grote huurwoningen voor beleggers nog wel lucratief zijn. Het zal gezien de grote problemen op de woningmarkt niet de laatste ingreep zijn. Nog voldoende kansen dus om bij aankomende beleidswijzigingen kleiner bouwen nadrukkelijker op de agenda te zetten. Nederland is eraan toe.
Deze column is eerder verschenen in Cobouw.
Over de auteur
Paul Bisschop is sectoreconoom bij ABN AMRO. Binnen de afdeling Sector Expertise richt hij zich op de sectoren Bouw en Vastgoed.
Lees verder in de bouwsector
De Nederlandse bouwsector behoorde de afgelopen jaren tot een van de best presterende sectoren, ondanks verschillende uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. Voorbeelden zijn het stikstof-dossier, de forse prijsverhogingen van energie en bouwmaterialen en ook de personeelstekorten. Gedreven door trends, innovaties en wet- en regelgeving groeit de relevantie van thema’s als duurzaamheid en milieu-impact en zoekt de sector zijn weg naar een nieuw evenwicht.