
In de komende tien jaar verwacht de rijksoverheid een sterke toename in het aantal elektrische auto’s en daarmee het aantal laadpalen. In 2030 zijn naar schatting 1,7 miljoen laadpalen nodig. Voor installateurs kan dit veel extra werk en meer dan een miljard euro extra omzet betekenen. Het is echter de vraag of de installatiebranche de capaciteit heeft om aan alle wensen te voldoen.
Om in 2030 de plaatsing van minstens 1,7 miljoen laadpalen te realiseren moet het tempo van de uitrol flink omhoog. In de afgelopen tien jaar zijn reeds 200.000 laadpalen geïnstalleerd. De rijksoverheid verwacht dat installateurs tot en met 2025 jaarlijks minimaal 77.000 laadpalen installeren. Tussen 2026 en 2030 moet dit aantal stijgen naar 200.000 op jaarbasis.
De installateurs krijgen het druk, mede als gevolg van een andere rijksoverheidsambitie: het verduurzamen van woningen, kantoren en andere gebouwen. Zo moeten kantoren in 2023 minimaal energielabel C hebben en moet de totale CO_2-uitstoot van Nederlandse gebouwen in 2030 zijn gedaald met 49 procent. Deze additionele werkzaamheden komen naast de reguliere installatiewerkzaamheden van installateurs bij nieuwbouw, verbouw en reparaties van woningen en andere gebouwen.
Aangezien de installatiebranche al jaren kampt met een groot personeelstekort is het de vraag of zij kan voldoen die stijgende vraag. De noodzaak dat veel meer leerlingen starten met een opleiding installatietechniek neemt nog sterker toe vanwege de stijgende vraag naar laadpalen. De capaciteit van de installatiebranche kan wellicht nog ‘autonoom’ omhoog door de productiviteit op te voeren door middel van verdere product- en procesinnovaties en standaardisering van producten.
Klein aantal specialisten
Mogelijk als gevolg van het beperkte arbeidspotentieel en de grote vraag naar installatiediensten is het aantal bedrijven dat zich actief richt op de installatie van laadpalen nog op een hand te tellen. Het aanbod beperkt zich tot specialistische teams van de bouwbedrijven TBI en BAM, en enkele bedrijven die zich exclusief richten op de installatie van laadpalen. Belanghebbenden binnen de sector beginnen het belang van deze bedrijven in te zien. Zo nam energieleverancier Engie in 2017 al specialist EVBox over, waarmee het zich verzekerde dat deze installateur zich niet richt op andere werkzaamheden dan de installatie van laadpalen.
De hierboven genoemde bedrijven zijn in staat alle typen laadpalen te installeren, van complexe ‘laadpleinen’ bij bedrijven en winkelcentra en snellaadpleinen langs de snelweg, tot simpele laadpunten aan huis. Complexe laadpleinen zijn het terrein van de grote installateurs en partijen uit het midden- en kleinbedrijf die bereid zijn zich hierin te specialiseren en hier personeel voor vrij te maken. Voor kleine zelfstandige installateurs liggen er mogelijkheden bij de installatie van laadpalen aan huis.
Groeiende vraag naar laadpalen
Veel laadpalen komen op het privéterrein van particulieren te staan waar zij met name ’s nachts hun elektrische auto laden. Volgens de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland (RVO) staan op deze type locaties momenteel circa 140.000 laadpalen en moet dat aantal stijgen naar meer dan 750.000 in 2030. Technisch gezien is de installatie van een laadpunt aan huis relatief eenvoudig. De meeste installateurs, van zzp’ers tot grote installatiebedrijven, kunnen hier makkelijk op inspelen.
De installatie van laadpalen op zogenoemde publieke en semi-publieke locaties is vaak complexer als gevolg van zwaardere kabelinfrastructuur, het openbreken van de openbare weg en de techniek die nodig is om te communiceren met de diensten van de energieleverancier, zoals de laadapp en de laadpas. Dit vraagt dus ook meer mankracht en kennisontwikkeling bij installateurs.
Op publieke locaties is de installatie van nog eens 350.000 laadpalen nodig, zodat particulieren zonder ruimte voor een privélaadpaal toch hun elektrische auto kunnen laden. Het gaat vaak om plekken aan de openbare weg binnen woonwijken. Op strategische locaties, zoals langs snelwegen, zijn snellaadpalen beschikbaar. Dit aantal is relatief beperkt.
Daarnaast zijn nog eens ruim 540.000 laadpalen nodig op semi-publieke locaties: winkelcentra, kantoren en parkeergarages en andere locaties met een afsluiting met bijvoorbeeld een slagboom. Bedrijven en Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) zijn al sinds maart 2020 wettelijk verplicht laadpalen te plaatsen. Zij moeten op hun parkeergelegenheden per tien parkeerplaatsen minimaal één laadpaal plaatsen en alvast de infrastructuur aanleggen om dat aantal in de toekomst op te kunnen schroeven naar een per vijf.
Omzetgroei voor de installateur
De installatie van laadpalen levert de komende tien jaar zoals gezegd een sterke groeimarkt en zorgt voor omzetgroei voor de installatiebranche. De kosten voor installatie van laadpalen op privéterreinen liggen tussen de 300 en 2.000 euro, afhankelijk van onder andere de afstand tussen het huis en het laadpunt. De installatiekosten van laadpalen op publieke en semi-publieke locaties zijn hoger als gevolg van de eerder aangegeven complexiteit; minimaal 1.000 euro, oplopend tot miljoenen euro’s voor zeer grote projecten.
Bij voldoende capaciteit betekent dit meer dan een miljard euro additionele omzet voor installateurs in de komende tien jaar. Daarbij is uitgegaan van de conservatieve aanname dat de installatiekosten 300 euro bedragen voor privélocaties en 1.000 euro voor semi-publieke en publieke locaties. In werkelijkheid valt de omzet waarschijnlijk hoger uit. Het bovenstaande figuur geeft het minimale omzetpotentieel per jaar weer. De jaaromzet bij de installatie van laadpalen stijgt van rond de 24 miljoen euro in 2019 naar ruim 143 miljoen euro vanaf 2025. Een mooie mogelijkheid voor additionele verdiensten voor installatiebedrijven, mits de installatiebranche in staat is haar capaciteit te vergroten.
Lees verder in de bouwsector
De Nederlandse bouwsector behoorde de afgelopen jaren tot een van de best presterende sectoren, ondanks verschillende uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. Voorbeelden zijn het stikstof-dossier, de forse prijsverhogingen van energie en bouwmaterialen en ook de personeelstekorten. Gedreven door trends, innovaties en wet- en regelgeving groeit de relevantie van thema’s als duurzaamheid en milieu-impact en zoekt de sector zijn weg naar een nieuw evenwicht.