
De gezondheid van zorgmedewerkers heeft vorig jaar een dieptepunt bereikt. Dat blijkt uit de Welzijnsmonitor van ABN AMRO. Daarnaast is de balans tussen werk en privé verslechterd, voelen medewerkers zich minder veilig en is het verloop naar recordhoogte gestegen.
De komende drie jaar trekt Conny Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport, 500 miljoen euro per jaar uit voor een toekomstbestendige arbeidsmarkt in de zorg. Dat geld is hard nodig omdat de sector zich in een neerwaartse spiraal bevindt. Door de hoge werkdruk en zware arbeidsomstandigheden lopen ziekteverzuim en verloop onder personeel hoog op. Met minder personeel moeten steeds meer patiënten verzorgd worden, waardoor de druk op de werkvloer verder toeneemt. Dit leidt weer tot meer ziekteverzuim, een hoger verloop en moeilijk te vervullen vacatures. Veel zorgmedewerkers gaan dan ook liever als zzp’er of in een andere sector aan de slag, omdat de beloning dan doorgaans beter is terwijl het werk tegelijk flexibeler is in te richten. De cirkel wordt doorbroken als het welzijn van zorgmedewerkers op de eerste plaats komt te staan.
Welzijn van zorgmedewerker verslechterd in 2021
De totale welzijnsscore van medewerkers in de zorgsector is met bijna 6 procent gedaald in 2021, zo blijkt uit de Welzijnsmonitor van ABN AMRO. Op alle categorieën is een daling van de score te zien. De score op de werkprivé-balans is in 2021 zelfs met 23 procent gedaald en de score op gezondheid staat na een daling van 19 procent op het laagste niveau sinds de eerste meting in 2015. Een verontrustende ontwikkeling: uit de Welzijnsmonitor blijkt dat zorgmedewerkers een goede werkprivé-balans en gezondheid juist het belangrijkste vinden in een baan.
De forse verbetering van de werkprivé-balans die in 2020 te zien was, is het jaar daarna bijna volledig weggevaagd. Met de intrede van het coronavirus kwam een groot deel van de zorgsector tot stilstand. In 2021 vond de meeste zorg weer doorgang en lag er een immense opgave aan inhaalzorg. Daarnaast leidden diverse oplevingen van het coronavirus tot een extra zorgvraag en uitval onder zorgpersoneel. De werkdruk nam daarom sterk toe.
Zorgmedewerkers moeten tot op de dag van vandaag veel overwerken en hebben relatief weinig ruimte om verlof op te nemen. Hierdoor missen zorgmedewerkers vaak gezinsactiviteiten, terwijl zulke gelegenheden juist een lichtpuntje zijn wanneer de werkdruk hoog is. Ze laten zich steeds vaker als zelfstandige inhuren zodat ze meer regie over hun werkrooster hebben. Zorgmedewerkers vinden vrijheid om verlof op te nemen een van de belangrijkste aspecten van een baan.
Gezondheid daalt tot laagste punt
Naast de verslechtering van de werkprivé-balans scoort de zorgsector in 2021 ook een stuk lager (19 procent) op gezondheid. Dit is terug te zien in het hoge ziekteverzuim. Ruim 12 procent van de zorgmedewerkers zat in 2021 minimaal 20 dagen ziek thuis onder andere door de hoge werkdruk en coronabesmettingen. Daarnaast is de gezondheid van zorgmedewerkers achteruit gegaan door meer conflicten met de werkgever, minder autonomie, een slechtere werkhouding en een sterkere emotionele betrokkenheid met het werk.
Bovendien ervaart ruim 28 procent van de zorgmedewerkers het werk als emotioneel veeleisend, een stuk meer dan in andere sectoren. De emotionele uitputting als gevolg van werk is van ruim 14 procent van de werknemers in 2015 opgelopen tot 20 procent in 2021. Bovendien voelt 16 procent van de werknemers zich meer dan eens per maand compleet uitgeput door werk. Dat niet eens de helft van de zorgmedewerkers regelmatig zelf hun werktempo kan bepalen draagt bij aan de uitputting van personeel.
Veel intimidatie door patiënten
De zorg is ook de minst veilige sector ondanks dat de coronacrisis op dit punt aanvankelijk tot een forse verbetering leidde. De score op deze categorie steeg in 2020 met 40 procent. Omdat veel zorg niet of virtueel werd verleend vonden een stuk minder incidenten plaats. Bovendien werden op de werkvloer meer en betere beschermingsmiddelen gebruikt.
Helaas is de veiligheid in 2021 weer verslechterd. Zo heeft een derde van de zorgmedewerkers in 2021 te maken gehad met intimidatie door patiënten en een op de tien met intimidatie door collega’s of leidinggevenden. Van de zorgmedewerkers heeft zelfs 19 procent te maken gehad met fysiek geweld van de kant van klanten, terwijl dit gemiddeld over alle sectoren 5 procent is. Ook ongewenste seksuele aandacht is het hoogste in de zorgsector, bijna een op de zes zorgmedewerkers heeft hiermee te maken.
Laag welzijn stuwt ziekteverzuim en verloop
De gevolgen voor de zorgsector zijn groot. Te weinig personeel blijft op de been om het groeiende aantal patiënten te kunnen verzorgen. Door ziekteverzuim en verloop van personeel naar andere sectoren neemt de werkdruk op het bestaande personeel fors toe. Hierdoor lopen verzuim en verloop weer verder op. Onderzoek van het Instituut Ziektekostenvoorziening Ziekenhuiswezen (IZZ) wijst uit dat vier op de tien zorgmedewerkers op de lange termijn buiten de zorg willen werken. Het komende jaar wil 9 procent van de zorgmedewerkers de zorg al verlaten.
Bovendien heeft het tekort aan personeel grote consequenties voor zorginstellingen en patiënten. Behandelingen worden uitgesteld waardoor patiënten soms lang moeten wachten. Bovendien lopen door minder behandelingen de inkomsten van zorginstellingen terug. Hierdoor kunnen ze minder investeren. Door onder andere het hoge ziekteverzuim stelde het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) in juni al een pakket aan bezuinigingsmaatregelen in. Zorginstellingen proberen de productie op niveau te houden door meer zelfstandigen in te huren. De kosten van inhuurkrachten liggen doorgaans 50 tot 100 procent boven die van het eigen personeel. Zo komen de resultaten verder onder druk te staan.
Zet de zorgmedewerker op de eerste plaats
Het welzijn van de zorgmedewerker heeft dus gevolgen voor de kwaliteit van zorgverlening en daarmee op de patiënt. De cirkel kan doorbroken worden door, bij wijze van spreken, eerst vooral de medewerkers te verzorgen en dan pas de patiënt. Zorgmedewerkers vinden de balans tussen werk en privé het belangrijkste in hun baan, terwijl die juist door de hoge werkdruk verslechtert. Door het verzuim en verloop terug te dringen, wordt ook de werkdruk minder. Zorginstellingen kunnen het welzijn verhogen door meer aandacht te geven aan vrijheid, emotionele uitputting en veiligheid van zorgmedewerkers.
Vrijheid om verlof op te nemen en werktijden te bepalen hebben een grote invloed op de balans tussen werk en privé. Met meer vrijheid missen zorgmedewerkers minder vaak gezinsactiviteiten en kunnen ze eerder rust nemen als de werkdruk te hoog wordt. Arjan Bandel, lid van de Raad van Bestuur van ouderenzorginstelling Laurens, herkent dit probleem: “Medewerkers zijn continu op zoek naar een betere balans tussen werk en privé. We zullen onze roosters en werktijden meer moeten aanpassen op de wensen en mogelijkheden van onze medewerkers. Dat vereist meer maatwerk en flexibiliteit van ons als organisatie.”
Het collectief voor zorgmedewerkers IZZ heeft onderzocht in wat voor organisaties emotionele en lichamelijke uitputting minder is. Door een veilige omgeving in de organisatie te creëren kunnen medewerkers zich doorgaans meer naar elkaar openstellen en daardoor beter met tegenslagen omgaan. Een manier voor het creëren van een veilige omgeving is reguliere gesprekken met het team houden. In deze gesprekken kunnen medewerkers delen waar ze tegenaan lopen en hoe ze zich voelen, waar dan tijdig op geanticipeerd kan worden.
Het creëren van een veilige omgeving is een uitdaging voor met name grote zorginstellingen. Te grote teams per leidinggevende zorgt voor weinig reflectie op welzijn. Terwijl regelmatige sessies waarbij teams het welzijn onderling bespreken juist belangrijk zijn om tot oplossingen te komen. Volgens Martijn Venus, senior adviseur Gezond werken in de Zorg bij IZZ, moeten zorgmedewerkers daarom zelf het initiatief nemen: “De jonge generatie zorgmedewerkers moet opstaan en een evolutie van werken in de zorg creëren. Met name de jongere zorgmedewerkers hebben behoefte aan het gesprek over welzijn. Hiervoor moeten ze niet wachten op de oudere generatie die de organisatie leidt.”
Opstaan om verandering te creëren is lastig omdat zorgmedewerkers zich volledig op patiënten richten. Martijn Venus herkent dit probleem: “De bevlogenheid onder zorgmedewerkers blijft enorm. Daar schuilt ook een risico in, de focus ligt volledig op de patiënt.” Ondertussen vallen medewerkers om, waardoor de druk op de werkvloer verder toeneemt. Hierdoor kan zorg niet meer altijd geleverd worden. Als het welzijn niet sterk verbeterd, lopen de wachtlijsten komende jaren sterk op. Zorg daarom eerst voor de medewerker.
Meer informatie
Lees het volledige rapport 'Hoe het welzijn van werknemers zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.'
(Ziet u geen download of kunt u het rapport niet downloaden? Upgrade uw browser dan naar de meest recente versie.)
Blijf op de hoogte over de Welzijnsmonitor
Dat economische groei en welzijn niet altijd samengaan blijkt uit de Welzijnsmonitor van ABN AMRO. Zo kan een werknemer die overwerkt een bedrijf laten groeien, maar minder tijd hebben voor het gezin. In de Welzijnsmonitor onderzoeken wij jaarlijks het welzijn van werknemers en economische groei in verschillende sectoren. Het welzijn wordt bepaald door economische groei, de werk-privé-balans, veiligheid en gelijke kansen.
Om in de toekomst relevant te blijven, moet het welzijn van personeel vaker een uitgangspunt zijn. De Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO biedt daar handvatten voor en bespreekt de meest recente inzichten.
Lees verder in de sector Zorg
In de komende jaren verandert de sector om meer zorg te kunnen leveren met minder middelen. De vraag naar zorg neemt verder toe door vergrijzing terwijl nauwelijks meer zorgpersoneel aangetrokken kan worden. Innovatie en samenwerking maken het werk makkelijker en leuker, waardoor de zorgverlening houdbaar en van hoge kwaliteit blijft.