
De zorgpremies stijgen in 2022 opnieuw harder dan de uitgaven binnen de Zorgverzekeringswet. Sinds 2014 is de zorgpremie al met 37,5 procent gestegen, terwijl de uitgaven met 27,5 procent zijn toegenomen. De zorgpremie kan zelfs oplopen tot zo’n 260 euro per maand in 2040.
De zorgpremie voor de basisverzekering stijgt in 2022 gemiddeld met 3,2 procent volgens Zorgwijzer. Deze stijging had nog hoger kunnen uitvallen, maar sommige zorgverzekeraars kiezen ervoor om zelf geld bij te leggen en zo de premie te drukken. Er wordt elk jaar meer uitgegeven aan zorg binnen de Zorgverzekeringswet (Zvw). Dit komt onder andere doordat er steeds meer kwetsbare ouderen zijn. Daarnaast stijgen de uitgaven door hogere personeelskosten, duurdere geneesmiddelen en toegenomen welvaart. De uitgaven binnen de Zvw zijn voor 2022 begroot op 54,5 miljard van de 86,7 miljard euro totale zorguitgaven van de overheid.
Zorgpremie dekt steeds groter deel van zorguitgaven
De totale inkomsten uit zorgpremies (de nominale premie) zijn sinds 2014 al met 46 procent gestegen, terwijl de totale zorguitgaven binnen de Zvw ‘slechts’ met 27,5 procent zijn toegenomen. De burger betaalt dus een steeds groter aandeel van de zorguitgaven via zorgpremies. Dit is voornamelijk het gevolg van het bevriezen van het verplichte eigen risico in 2016.
Eerder in het vorige decennium steeg het eigen risico nog sterk, wat druk heeft gezet op de solidariteit van het zorgstelsel. Burgers die zorg nodig hadden, liepen tegen steeds hogere kosten aan. Een hoog eigen risico zorgt ervoor dat met name mensen met een laag inkomen behandelingen uitstellen als ze ziek zijn, omdat ze het eigen risico niet kunnen betalen. De zorg wordt zo minder toegankelijk.
Daarom werd het eigen risico in de afgelopen jaren niet meer verhoogd. De gemiste inkomsten zijn volledig doorgerekend in de zorgpremie, die sinds 2016 flink is gestegen. In onderstaande grafiek is te zien dat de zorgpremies in 2014 zo’n 34,5 procent van de zorguitgaven bekostigden. In 2022 is dit opgelopen tot 39,5 procent. Inclusief het eigen risico betaalt de burger direct 45 procent van de zorguitgaven binnen de Zvw.
Wetgeving bepaalt dat zorgpremie hard stijgt
Naast de inkomsten uit de zorgpremie en het eigen risico, worden de uitgaven binnen de Zvw ook gedekt met de werkgeversbijdrage. Dit is een percentage dat werkgevers afdragen over het salaris van medewerkers. De inkomsten uit de werkgeversbijdrage zijn sinds 2014 met bijna 21 procent gestegen. Een stuk minder hard dan de zorguitgaven.
Dit verschil komt door de 50/50-regel die is vastgelegd in de Zvw. Volgens deze regel moet de helft van de uitgaven binnen de Zvw gedekt worden door de zorgpremie, het eigen risico en de rijksbijdrage voor kinderen. De andere helft wordt gedekt door de werkgeversbijdrage. De werkgeversbijdrage dekte in 2014 meer dan de helft van de zorguitgaven. In de jaren daarna is dit verschil gecompenseerd. Daarom zijn de inkomsten uit de werkgeversbijdrage minder hard gestegen dan de zorguitgaven. Het doel van de werkgeversbijdrage is om de solidariteit van de Zvw te vergroten. Omdat de werkgeversbijdrage als heffing een percentage is over het inkomen, dragen hogere inkomens meer bij dan lagere inkomens. Toch worden hoge inkomens gedeeltelijk ontzien. De werkgeversbijdrage wordt namelijk alleen over het inkomen tot 58.311 euro afgedragen.
De misgelopen inkomsten als gevolg van het bevriezen van het eigen risico kunnen door de 50/50-regel niet uit de werkgeversbijdrage betaald worden. Daarom wordt het volledig verrekend in de zorgpremie. De zorgpremie is een vast bedrag per burger. De extreme stijging van de zorgpremie drukt daarom vooral het vrij besteedbaar inkomen van mensen met een laag inkomen. Uit een enquête van Pricewise blijkt dat 11 procent van de bevolking geen aanvullende dekking kan betalen, niet kan sparen voor extra zorgkosten en geen reserves heeft om extra kosten op te vangen.
Basispremie kan stijgen tot 260 euro in 2040
De totale zorguitgaven blijven ook de komende jaren flink stijgen. Volgens een onlangs verschenen rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) stijgen de zorguitgaven met 4,6 procent per jaar tot 2030 en daarna met 4,8 procent tot 2040, als het beleid niet verandert. Hoeveel er daadwerkelijk aan zorg wordt uitgegeven is voornamelijk een politieke keuze.
De uitgaven binnen de Zvw stijgen volgens de WRR iets minder hard dan de totale zorguitgaven, omdat er door de vergrijzing steeds meer geld naar langdurige zorg (Wlz) gaat. Ook met een kleiner aandeel in de totale zorguitgaven stijgen de uitgaven binnen de Zvw naar verwachting met zo’n 4 procent per jaar tot 2040. Dat zou betekenen dat de basispremie van 126 euro per maand kan oplopen tot 260 euro in 2040. Waarschijnlijk stijgen arbeidslonen in deze periode een stuk minder hard. Een steeds groter deel van het inkomen geven we daarom uit aan de zorgverzekering.
Disclaimer
De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door ABN AMRO betrouwbaar geachte gegevens en informatie. Noch ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen aansprakelijk worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden. De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in dan onze eigen visie en kunnen zonder nadere aankondiging worden gewijzigd. Het gebruik van tekst of cijfers uit deze publicatie is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.
Lees verder in de sector Zorg
In de komende jaren verandert de sector om meer zorg te kunnen leveren met minder middelen. De vraag naar zorg neemt verder toe door vergrijzing terwijl nauwelijks meer zorgpersoneel aangetrokken kan worden. Innovatie en samenwerking maken het werk makkelijker en leuker, waardoor de zorgverlening houdbaar en van hoge kwaliteit blijft.