
De toeristensector heeft door de coronapandemie een zware dreun gekregen. Vanwege de beperkingen op onder meer internationaal reisverkeer vallen ook deze zomer de bestedingen tegen, maar herstel is in zicht. Dat maakt het verlengen van de steunmaatregelen zinvol, ook voor ondernemingen die zich op vakanties naar het buitenland richten en daarmee een stevige bijdrage aan de economie hebben.
In 2019, voor het uitbreken van de coronapandemie, gingen Nederlanders gemiddeld 20,8 dagen op vakantie. Hiervan werden 6,2 dagen in eigen land besteed en 14,6 dagen in het buitenland. Aan die buitenlandvakanties (met inbegrip van zakenreizen) gaven alle Nederlanders samen 24,3 miljard euro uit, zo blijkt uit de Nationale Rekeningen van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Van dat bedrag bleef 6,4 miljard euro ‘hangen’ in eigen land. Geld dat verdiend werd in Nederland, door Nederlandse bedrijven. Het betreft onder meer uitgaven aan reisbureaus, taxi’s en taxfree-winkels op Schiphol. De overheid pikt hier ook een graantje mee via de btw en andere belastingen.
Met die 6,4 miljard euro leveren ondernemingen die zich richten op buitenlandvakanties een serieuze bijdrage aan de Nederlandse economie. Deze bijdrage komt niet uit de lucht vallen, maar is het gevolg van een decennialange ontwikkeling. Sinds 1966 zijn werkgevers verplicht om hun medewerkers minstens twee weken per jaar vrij te geven, met behoud van salaris. Vakantie is daarmee een recht geworden. Met de stijging van de welvaart nam ook de vakantiedeelname toe. Waar 43 procent van de Nederlanders in 1969 op vakantie ging, is dit vijftig jaar later liefst 83 procent.
De pandemie heeft echter roet in het eten gegooid. Vorig jaar namen de bestedingen aan buitenlandvakanties met 60 procent af, rapporteerde het CBS in augustus. De Nederlandse economie liep hierdoor volgens ABN AMRO 3,8 miljard euro mis. In vergelijking met 2019 daalden de vakantiebestedingen in de zomer van 2020 met maar liefst 74 procent, tot slechts 3,4 miljard euro. Deze daling kwam voor rekening van de buitenlandvakantie. De winterperiode had beduidend minder last van corona, omdat er in januari en februari vorig jaar nog nauwelijks annuleringen waren. De totale vakantiebestedingen in de winterperiode daalden in 2020 ‘slechts’ 19 procent, tot 6,8 miljard euro.
Inmiddels is ook het jaar 2021 al vergevorderd. Uit de GFK-enquête blijkt dat slechts 1 op de 6 Nederlanders in de eerste helft van het jaar een vakantie naar het buitenland heeft geboekt, ongeveer 16 procent. En slechts een derde van de Nederlanders die wel eens op vakantie naar het buitenland gaat, heeft de intentie om de komende drie maanden een trip over de grens te boeken. De voorkeur gaat dan vooral uit naar een zomerstrandvakantie of een stedentrip met eigen vervoer of het vliegtuig, bij voorkeur naar Spanje, Duitsland, Frankrijk en Italië.
De omzet en toegevoegde waarde die hier dit jaar mee gerealiseerd worden, laten zich lastig voorspellen. Voor een deel betreft het uitgestelde reizen die al in 2020 zijn betaald. Daarnaast zijn de afgelopen maanden de nodige vouchers terugbetaald wat leidt tot correcties op de eerder gerapporteerde reisomzet. Tot slot worden met name de verre reizen en de groepsreizen hard geraakt. Dit zijn duurdere reizen waar relatief veel advies en toegevoegde waarde wordt gerealiseerd.
ABN AMRO denkt wel dat het dieptepunt is gepasseerd. Zo is de bank optimistisch over het naderende winterseizoen. Wanneer de beperkingen voor buitenlandvakanties gematigd blijven, is deze winter een omzet van 80 procent van die voor de pandemie een realistische verwachting.
Snel herstel verwacht na opheffen maatregelen
De afname van het aantal vakanties heeft alles te maken met de beperkende maatregelen.
Voor negen op de tien reizigers hadden én hebben de coronamaatregelen invloed op het vakantiegedrag. Zo haakte 84 procent van de reizigers af wanneer een quarantaine in het land van bestemming werd vereist. Beperkingen in lokale horeca en toeristische attracties was voor ruim twee op de drie vakantiegangers reden om niet te boeken. De verplichte coronatest was voor bijna de helft van de vakantiegangers aanleiding om thuis te blijven.
Vakanties worden tijdens corona steeds later geboekt. Waar in 2019 slechts 17 procent van de vakantiegangers een week of korter voor vertrek boekte, was dit in 2020 een kwart. Dat bemoeilijkt de reisondernemers bij het scherp inkopen van vluchten en accommodaties.
Dit jaar is het boekgedrag bijzonder grillig. Uit data van RED Online Marketing blijkt dat sinds 9 juli 2021 de vraag naar vakanties naar het buitenland sterk afgenomen is. Dit was de dag van de persconferentie waarmee nieuwe coronamaatregelen werden aangekondigd. De onzekerheid was bij consumenten direct terug te zien in het vertrouwen om een (last minute) vakantie te boeken. Het verwachtte last minute seizoen bleef daardoor uit. Het aantal geboekte vakanties naar het buitenland is met 64 procent gedaald in de maand juli 2021 ten opzichte van juli 2019. Dit terwijl in de eerste week van juli 2021 nog een stijging van 16 procent te zien was ten opzichte van juli 2019. Het aantal boekingen herstelde pas enigszins op 26 juli 2021. Dit was de dag dat Nederland de aanpak van reizen binnen Europa aanpaste.
Dat mensen onverminderd willen blijven reizen wanneer het weer kan, blijkt uit de ontwikkelingen in de Verenigde Staten waar de meeste staten geen reisbeperkingen hanteren. Het schrappen van beperkende maatregelen eerder dit jaar leidde tot een snelle opleving van het binnenlandse toerisme. Inmiddels ligt de reisbereidheid van de Amerikanen al weer op 91 procent van het niveau van voor het uitbreken van de pandemie. De boekingen voor de hotels liggen sinds 1 mei weer op of boven 75 procent van het niveau van 2019.
Mede op basis van het sterke herstel in de Verenigde Staten zijn de verwachtingen voor de buitenlandreizen door Nederlanders voor de komende jaren positief. Uit de ANVR-GFK Travelscan van afgelopen juni blijkt bovendien dat de meeste reizigers verwachten de komende drie jaar even vaak op vakantie naar het buitenland te gaan als in de afgelopen jaren.
Het bereiken van niveaus van voor de crisis valt volgens ABN AMRO te verwachten binnen twee jaar na het opheffen van de beperkende maatregelen. Dat maakt ook het verlengen van de steunmaatregelen zinvol voor alle nu zo hevig getroffen bedrijven die bij de reisbranche betrokken zijn. Gezien de positieve verwachtingen is het aannemelijk om te stellen dat de meeste van deze bedrijven op de lange termijn levensvatbaar zijn, een van de grondslagen voor het geven van steun. Het continueren van steunmaatregelen vergroot daarmee tegelijk de kans dat bedrijven uit de reisbranche hun uitgestelde belastingverplichtingen zullen voldoen.
Overigens is het aantal reisondernemingen sinds de pandemie al met 11 procent gedaald. Te denken valt de faillissementen van D-Reizen, evenals aan de vele zelfstandig reisagenten die noodgedwongen moesten stoppen. Deze laatsten kwamen niet in aanmerking voor onder meer de Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL), omdat zij in veel gevallen een kantoor aan huis hadden. Via de rechter probeert de branche hier verbeteringen in aan te brengen.
Omdat de steunpakketten lang niet alle kosten dekken, is bovendien gesneden in de kosten. Zo daalde het aantal medewerkers in de branche tussen maart 2020 en maart 2021 met 29 procent, volgens de kwartaalmonitor van Reiswerk. Verlenging van de steunmaatregelen zal een verdere uitholling van het personeelsbestand helpen beperken. Voor de vele levensvatbare seizoenbedrijven is dat essentieel om optimaal in te kunnen spelen op de herstelperiode.
Binnenlandse vakantiemarkt profiteert niet
Het is een misvatting dat minder buitenlandvakanties leiden tot meer binnenlandse vakanties. Ook Nederlandse accommodaties worden hard geraakt door de coronamaatregelen. Enerzijds door wegblijvende zakenreizigers, congresgangers en buitenlandse toeristen. Anderzijds doordat Nederlanders per saldo minder in eigen land op vakantie gaan.
Natuurlijk zijn er gezinnen en stellen die normaliter alleen het buitenland bezoeken en zich tijdens de pandemie verwonderen over de luxe in Zeeland en de veelzijdigheid van de Achterhoek. Maar zelfs met inbegrip van deze ‘substitutie’ ligt het aantal toeristen in eigen land dit jaar in het allerbeste scenario 13,5 procent lager dan in 2019.
Bovendien nemen de bestedingen af. In 2019 genoten 8,8 miljoen Nederlanders van één of meer binnenlandse vakanties. De totale bestedingen bedroegen 3,7 miljard euro. In 2020, het eerste coronajaar, gingen 8,6 miljoen Nederlanders in eigen land op vakantie. De bestedingen van deze vakantiegangers namen echter 27 procent af tot 2,7 miljard euro. Deze afname van de bestedingen heeft alles te maken met de verschuiving van de hotels, vooral in Amsterdam en Haarlemmermeer, naar vakantieparken en campings in met name Fryslân en Zuid-Limburg. In 2021 neemt het binnenlands toerisme wel iets toe. Het NBTC rekent sinds 27 juli jl. op een groei van 7 tot 11 procent van het aantal toeristen in eigen land vergeleken met 2020.
Het is om die reden onterecht te denken dat de buitenlandvakantie zijn langste tijd heeft gehad en mensen heel bewust en meer voor vakantie in eigen land kiezen. De vraag naar buitenlandvakanties zal opveren na het opheffen van de coronamaatregelen. Dat maakt ook het verlengen van de steunmaatregelen zinvol voor de vele levensvatbare bedrijven in de toeristische industrie.
Lees verder in de sector Leisure
De sector Leisure heeft een zware periode grotendeels achter de rug. Het herstel is ingezet met afbouwen van de maatregelen omtrent corona. De terrassen beginnen vol te raken, het aantal toeristen neemt toe en evenementen kunnen weer georganiseerd worden. De personeelstekorten zijn nu de grootste uitdaging. Werkzaamheden van het personeel digitaliseren en het spreiden van gasten kunnen de impact daarvan beperken.