Elektrisch stadsvervoer in startblokken; nu nog stroom

De ontwikkelingen rond zero-emissie stadslogistiek lijken dan in een versnelling te raken. Lange tijd ging het primair over het transportmaterieel dat moest zorgen voor de uitstootreductie. Nu er wordt opgeschaald rijst een heel andere vraag: hoe komen we aan al die energie?
De ontwikkelingen rond zero-emissie stadslogistiek lijken dan nu toch echt in een versnelling te raken. Lange tijd ging het primair over het transportmaterieel dat moest zorgen voor de uitstootreductie. Maar de innovatiekracht van de fabrikanten bleek in de praktijk te zijn overschat, en ook logistieke ketens waren er nog niet klaar voor. Velen van ons kennen de 3 B’s van de stadsdistributie-hoogleraar Ploos van Amstel; beschikbaarheid, betrouwbaarheid en betaalbaarheid. En in de diverse Outlooks City Logistics werd met name veelal aandacht gegeven aan de ontwikkeling van zero-emissieconcepten. De realisatie van zero-emissiezones zou slimme belevering via stads- en microhubs mogelijk gaan maken. Op papier wellicht eenvoudig, maar ook hier bleek de praktijk weerbarstiger. Goede lokale initiatieven blijken zowel meer tijd als meer capaciteit nodig te hebben dan verwacht.
Maar er zit schot in de zaak, op meerdere niveaus. Vorige week kondigde Heijmans de Duurzame Service Logistiek aan voor gebouwonderhoud in de binnenstad van diverse grote steden. Ook zien we dat alle truckfabrikanten, na enige aarzeling, elektrische transportmiddelen in grotere aantallen en in meerdere varianten op de markt brengen. Het heeft even geduurd, maar de eerste stappen op dit onzekere pad worden dus serieus gezet. In diverse pilots, onlangs van onder meer Simon Loos en Albert Heijn, is het gebruik van zero-emissietrucks in de dagelijkse praktijk getoetst. Met positieve resultaten.
Is er dan enkel positief nieuws? Helaas niet. Nu er wordt opgeschaald rijst een heel andere vraag: hoe komen we aan al die energie? Die wereld ontwikkelt zich razendsnel op het gebied van de capaciteit van snelladers. Maar is hiervoor voldoende energie beschikbaar? Ik refereer aan het bericht van netbeheerder Liander eerder dit jaar over het bereiken van de maximale elektriciteitscapaciteit in het Westelijk Havengebied. En het feit dat het blijkbaar een hele klus wordt om snelladers te realiseren in een gebied waar ook al datacenters gevestigd zijn.
Het blijkt een flink dossier. Marktontwikkelaar Jan van Rookhuijzen van ElaadNL spreekt van de ombouw van ons bestaande energiesysteem naar een energienet dat klaar is voor de toekomst. Voor de logistieke sector betekent dit een energievoorziening bij voorkeur op locatie of in de buurt van distributiecentra, en bij de hubs aan de rand van de zero-emissiezones. Immers, het laadproces dat zorgt voor minimale verstoring van het logistieke proces is een voorwaarde voor een goed en efficiënt werkend zero-emissie transportsysteem. Deze uitdaging blijkt op zijn zachtst gezegd heel stevig. Stelsels van vergunningen en aanpassingen van bestemmingsplannen zorgen dat de aanleg van de nieuwe infrastructuur veel tijd vraagt. Daarbij moeten de keuzes die nu worden gemaakt bedrijven niet alleen de komende decennia voorzien van voldoende energie, maar ook rekening houden met innovaties en veranderende piekmomenten om het logistieke proces in beweging te houden.
Op het Future of Charging Symposium 2021 heeft Elisabeth Post, voorzitter van brancheorganisatie Transport en Logistiek Nederland, opgeroepen tot urgentie in de samenwerking tussen politiek, de transportsector en innovaties vanuit de energiesector. Tijdens datzelfde evenement werd de kennis- en actieagenda Logistieke Laadinfrastructuur gepresenteerd, met als titel ‘Op weg naar passende laadinfrastructuur voor de logistieke sector’. De belangrijke stap voorwaarts is, volgens Robert van den Hoed van de Nationale Agenda Laadinfrastructuur, dat er nu een centrale plek is waar alle vragen samenkomen en dat de agenda een heldere afbakening geeft.
Dat is mooi, maar kritische lezers zullen terecht zeggen dat dit veel eerder had moeten gebeuren. Ik sluit me hier bij aan. En wil er nog iets aan toevoegen. De heldere afbakening waar Van den Hoed over spreekt lijkt prettig, maar kent de valkuil dat de projectbetrokkenen teveel naar de eigen verantwoordelijkheden kijken. En dat is waar we voor moeten waken. Want het is inmiddels voldoende bewezen dat juist het ecosysteem dé kracht vormt voor een succesvol resultaat bij complexe projecten.
Dus, samen de schouders eronder, en door met de versnelling. Elektrisch stadsvervoer in startblokken mét voldoende stroom. En laat dan die elektrische transportmiddelen maar van de band af rollen.
Over de auteur
Bart Banning is sector banker Transport en Logistiek bij ABN AMRO. Hij heeft veel contact met ondernemers en ondersteunt de sectorcollega's binnen de bank.
Lees verder in de transport- en logistieksector
Na een lastig jaar, waarin de internationale handel afnam door een snelle afbouw van overtollige voorraden, heeft de transportsector een voorzichtig herstel ingezet. Begin 2024 stegen zowel in de containervaart als in de luchtvaart de goederenvolumes. Dankzij de aantrekkende economische groei kan de sector verder herstellen. Het herstel wordt echter geremd door een lagere vraag naar bouwmaterialen. Intussen krijgt het wegvervoer de komende jaren te maken met een stapeling van milieuregels.