Nieuwe speler profiteert van booming luchtvrachtmarkt

Aerotranscargo NL wordt een dochteronderneming van het Moldavische Aerotranscargo en de eerste twee vrachtvliegtuigen worden geleased van het moederbedrijf. De eerste vluchten starten vanaf de zomer onder meer naar China, Hong Kong en de Verenigde Staten. In eerste instantie gebeurt dit met twee vliegtuigen en een jaarlijks volume van 45.000 ton. Ter vergelijking: in heel 2020 werd via Schiphol bijna 1,5 miljoen ton vracht vervoerd. Uiteindelijk wil het nieuwe bedrijf groeien naar een vloot van tien vrachtvliegtuigen.

De Nederlanders en de Moldavische moeder hebben een interessant moment gekozen om een nieuwe speler in de luchtvracht op te zetten. De prijzen voor luchtvracht zijn het afgelopen jaar namelijk omhooggeschoten door de lage capaciteit. Die vrachtcapaciteit in de luchtvaart zakte tijdens de eerste coronagolf in elkaar nadat passagiersvliegtuigen door de coronamaatregelen aan de grond bleven. In de buik van de passagiersvluchten, de zogeheten ‘belly-capaciteit’, wordt normaliter 60 procent van alle internationaal vervoerde luchtvracht vervoerd.

In april 2020 lag de belly-capaciteit maar liefst 80 procent lager op jaarbasis en sindsdien is het aantal passagiersvluchten maar mondjesmaat hersteld. In december stond de capaciteit nog steeds ruwweg 50 procent lager vergeleken met dezelfde maand een jaar eerder. En terwijl de passagiersvluchten na de eerste coronagolf nog niet van de grond zijn gekomen, herstelde de vraag naar goederen wel.

Dit zorgt voor flinke hogere prijzen. In december van 2020 lag de gemiddelde prijs om vracht te versturen tussen Europa en Hong Kong, het drukste luchtvrachtpunt ter wereld, op 5,59 dollar per kilo. In december 2019 was dat nog 3,15 dollar. Vrachtvervoerders profiteren hiervan. Volgens cijfers van brancheorganisatie IATA lag de omzet in de luchtvracht in december op 75 procent op jaarbasis. Bij luchtvaartmaatschappijen die het tevens van vervoer van passagiers moeten hebben, zijn de vrachtonderdelen de uitblinkers.

Door de gunstige omstandigheden betreden steeds meer partijen de markt. Naast het Nederlandse initiatief heeft de Franse rederij CMA CGM een luchtvrachtpoot opgezet en kopen diverse expediteurs chartervluchten in. Verder halen bestaande maatschappijen oude vrachtvliegtuigen van stal, worden bestaande passagiersvliegtuigen getransformeerd om meer vracht mee kunnen te nemen en worden orders voor nieuwe passagiersvliegtuigen omgezet naar vrachtvliegtuigen. Die ontwikkeling gaat voorlopig door en naar verwachting zetten meer partijen dergelijke stappen. Aan ruimte op de luchthavens is voor vrachtvervoer geen gebrek nu passagiersvluchten massaal aan de grond blijven.

Op korte termijn profiteren vrachtvervoerders van de hoge prijzen voor luchtvracht omdat het herstel van de belly-capaciteit nog even op zich zal laten wachten. Met de verdere verspreiding van vaccins komt herstel voor de passagiersvluchten in zicht, maar zelfs wanneer hiermee rekening wordt gehouden voorspelt IATA dat het nog enkele jaren duurt voordat passagiersvluchten zich herstellen.

Maar voor de langere termijn is het de vraag of er voldoende ruimte is voor alle nieuwe vrachtcapaciteit. Wanneer vraag en aanbod weer meer in evenwicht komen, ligt afkoeling van de markt op de loer. Vooral wanneer uiteindelijk ook de passagiersvluchten opnieuw een grote rol van betekenis gaan spelen in de luchtvracht is het de vraag of al die vrachtvliegtuigen nog rendabel zijn.

In Headlines & Insights geeft ABN AMRO duiding bij het nieuws.

• Nieuwsblad Transport, Nederland krijgt met ATC-NL nieuwe vrachtmaatschappij
• Wilbert Zuil, ABN AMRO sectoranalist Transport & Logistiek, wilbert.zuil@nl.abnamro.com