Javascript is required

Digitalisering in bouw neemt toe, maar nog veel te winnen

De lijst met uitdagingen in de bouw is groot. Een dringende behoefte aan duurzame gebouwen, personeelstekort, de energietransitie, beperking van het beslag op grondstoffen: ze lijken onmogelijk met elkaar samen te gaan. Digitalisering kan helpen om de grote opgaven te verwezenlijken en tegelijkertijd duurzaamheid, betaalbaarheid en veiligheid te verbeteren. Hoe staat de bouw er op het vlak van digitalisering voor en wat merken werknemers?

Download het complete rapport

Lees meer over de economische ontwikkelingen in de bouw in het volledige rapport 'Stand van de Bouw'.

(Ziet u geen download of kunt u het rapport niet downloaden? Upgrade uw browser dan naar de meest recente versie.)

Metselrobots, inspectiedrones, industrieel bouwen en slimme sensoren zijn allemaal voorbeelden van veelbelovende digitale toepassingen in de bouw die een antwoord bieden op uitdagingen waar de sector mee kampt. Koplopers in de sector werken al met dergelijke innovaties. Adoptie door de meerderheid lijkt echter nog ver weg.

Nederland meer digitaal dan andere landen

In vergelijking met omringende landen is het gebruik van technologische hulpmiddelen in de Nederlandse bouw redelijk ver ontwikkeld. Uit een OECD-rapport uit 2023 blijkt dat het aandeel werknemers dat in de werkpraktijk toegang heeft tot internet in Nederland hoger is (83 procent) dan in Duitsland, Frankrijk, Denemarken en België. Hoewel Nederlandse bouwbedrijven in Europees opzicht relatief vaak Big Data-analyses uitvoeren, zetten de meeste bedrijven digitale middelen vooral in voor de basale taken zoals project- en klantadministratie. Nog maar vijf procent van de bedrijven gebruikte in 2023 artificiële intelligentie, kortweg AI.

Het gebruik van digitale hulpmiddelen neemt in de Nederlandse bouw toe, afgaande op resultaten uit de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA) van onderzoeksinstituut TNO. Wel geldt dit vooral voor de ‘standaard systemen’, gericht op minder complexe taken zoals informatie opzoeken. Bij uitvoerend, technisch en administratief personeel (UTA-personeel) en technici en vakspecialisten is het gebruik van digitale systemen inmiddels volledig ingeburgerd. Er valt nog winst te behalen bij het bouwplaatspersoneel. Tussen 2018 en 2022 groeide het aandeel werknemers op de bouwplaats dat dagelijks een digitaal systeem gebruikt van 43 procent naar 53 procent.

Hoe anders is het beeld als gekeken wordt naar hoogwaardige toepassing van technische hulpmiddelen. Robots, drones en exoskeletten worden nog maar op kleine schaal (5 tot 8 procent) door bouwplaatspersoneel toegepast. Bovendien is er op basis van de NEA geen duidelijke trend naar een toenemend gebruik hiervan.

Bovengenoemde ontwikkelingen komen overeen met het beeld dat Bouwend Nederland op basis van onderzoek schetst ten aanzien van digitalisering in de sector. Bedrijven zijn vooral bezig met het digitaliseren van interne processen en minder met nieuwe toepassingen. Een belangrijke verklaring is de sterke fragmentatie van de sector. De Nederlandse bouw bevat bovengemiddeld veel kleine bedrijven, terwijl juist grote bedrijven meer bezig zijn met digitalisering en geavanceerde technieken. Volgens Bouwend Nederland is 22 procent van de grote bedrijven in woning- en utiliteitsbouw en infra wel al bezig met nieuwe technologieën. Verder blijkt dat bouwbedrijven digitale systemen vooral inzetten voor Building Information Modeling (BIM) (33 procent), prefab bouwen (19 procent), ketenintegratie (17 procent) en het gebruik van drones (15 procent). Slechts 9 procent geeft aan Big Data-analysetechnieken te gebruiken.

Naarmate technologieën volwassener worden, worden ze ook betaalbaarder en zal het gebruik binnen het mkb toenemen. Tegelijkertijd is het verzamelen en beheren van grote hoeveelheden data vaak een voorwaarde om nieuw technologieën bruikbaar in te zetten. Dit aspect is makkelijker te organiseren voor grote bedrijven in vergelijking met het mkb.

Een oplossing voor personeelstekorten?

Een van de beloften van digitalisering is dat het de arbeidsproductiviteit een boost geeft. Het vooruitzicht van een structureel krappe arbeidsmarkt onderstreept voor de bouwsector de noodzaak om door middel van technologie de productiviteit te verhogen.

Afgaande op de mening van werknemers in de NEA merkt de meerderheid nog weinig van een hogere productiviteit door technologische ontwikkelingen. Iets meer dan een kwart van het bouwplaatspersoneel geeft aan door technologische ontwikkelingen meer werk te kunnen verzetten in dezelfde tijd. De meerderheid ziet echter geen verschil (63 procent) of denkt door de ontwikkelingen juist minder te kunnen doen (10 procent). Bij het UTA-personeel lijken technologische ontwikkelingen gunstiger uit te pakken voor de productiviteit: 45 procent kan meer doen in dezelfde tijd. Iets meer dan de helft ziet geen verschil.

De vraag naar de relatie tussen technologische ontwikkelingen en de hoeveelheid informatie die verwerkt kan worden levert hetzelfde beeld op: UTA-personeel is relatief positief, bouwplaatspersoneel eerder sceptisch. Medewerkers in de bouw zijn ook (nog) niet overtuigd van de voordelen van technologische ontwikkelingen ten aanzien van toezicht en controle op werk. En dat terwijl het belang hiervan toeneemt onder druk van de Wet kwaliteitsborging bouwen (Wkb). Ook kleine bedrijven zullen werk moeten maken van aantoonbaarheid.

Met name grote Nederlandse bouwbedrijven en voorlopers in het mkb omarmen digitalisering en technologische ontwikkelingen. Dat blijkt onder meer uit de opmars van industrieel bouwen, waarbij het grootste gedeelte van het bouwproces in de fabriekshal plaatsvindt, met behulp van machines en robots. Het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) berekende in 2023 dat met industrieel bouwen 35 procent op arbeidskosten kan worden bespaard. Daar staan hogere kapitaalkosten van fabriekshallen en machines tegenover. Momenteel worstelen diverse bedrijven met de bezettingsgraad in de fabrieken. De beperkte vergunningafgifte leidt bij bedrijven tot onderbezetting en verlies.

Leuker kunnen we het niet maken, wel makkelijker

Het gebruik van technologische hulpmiddelen betekent voor een aantal werknemers een verandering in werkzaamheden. De meeste werknemers in de bouw vinden hun werk niet per se leuker of minder leuk door nieuwe technologische ontwikkelingen. UTA-personeel lijkt hierin gemiddeld wel iets enthousiaster dan bouwplaatspersoneel.

Wel lijken nieuwe technologische ontwikkelingen het werk voor veel werknemers in de bouw (45 tot 50 procent) makkelijker te maken. Een kleine groep van 16 tot 18 procent heeft juist meer moeite door de nieuwe technologische ontwikkelingen, waarschijnlijk door digitale ongeletterdheid en het onvermogen van medewerkers om technologie in te zetten in de werkpraktijk.

Bouwplaatspersoneel ziet gemiddeld genomen vooral voordelen ten aanzien van fysieke belasting: 29 procent ziet het werk lichamelijk lichter worden. Daar staat wel tegenover dat per saldo meer mensen vinden dat de mentale belasting door de nieuwe technologische ontwikkelingen is toegenomen. Dit speelt met name bij UTA-personeel. Het grootste gedeelte van werknemers in de bouw ziet echter nog geen veranderingen in de fysieke of mentale belasting door technologische ontwikkelingen. Mogelijk is dit omdat deze groep nog helemaal geen gebruik maakt van technologische ontwikkelingen in de dagelijkse praktijk.

De ontwikkeling naar meer industrieel bouwen zorgt ervoor dat vaklieden worden ingewisseld voor operators. Deze verschuiving kan breder worden getrokken naar andere technologische ontwikkelingen. Hoogwaardige digitale oplossingen zullen het beroep op praktijkgerichte vakmensen zoals we dat nu kennen iets verlagen. In plaats daarvan zullen er in toenemende mate andere vaardigheden van vakmensen worden gevraagd. Goed om kunnen gaan met technologie wordt daarin een vereiste. De grote renovatie- en onderhoudsopgave in de bouw zorgt er evenwel voor dat ook vaklieden in de toekomst hard nodig blijven.

Daarnaast gaat ook de vraag naar hoogopgeleid digitaal vaardig personeel in de bouw toenemen. Deze ontwikkeling voltrekt zich ook in andere sectoren. Waar de concurrentie om personeel zich voorheen binnen de eigen sector afspeelde, zullen bouwbedrijven in de toekomst in toenemende mate last hebben van andere sectoren bij het werven van personeel.

Verzilver de potentie van digitale oplossingen

Uit ervaringen van bouwers blijkt dat digitale oplossingen in de bouw ontegenzeggelijk voordelen kunnen bieden. Er geldt echter wel een aantal randvoorwaarden waaraan moet worden voldaan om de inzet van technologische ontwikkelingen tot een succes te maken. Bouwend Nederland identificeerde eerder cultuurverandering, hoge investeringskosten en een gebrek aan digitale kennis binnen het bedrijf als grootste knelpunten.

Digitale transformatie is een ontwikkeling van de lange adem, die bovendien enige financiële slagkracht vergt. Voor het mkb is het daardoor extra uitdagend. Reden voor de Europese Commissie om met het handboek ‘Digitale groei voor mkb-bedrijven in de bouwsector’ te komen. Dit handboek biedt praktische tips om tot een succesvolle digitale transformatie te komen. Het plaatst de ontwikkeling naar een ‘digitale bedrijfscultuur’ centraal. Belangrijk daarin is de juiste mindset, waarin werknemers durven experimenteren en daarvoor ook de ruimte krijgen. Dit staat soms op gespannen voet met de bouwpraktijk, waarin werken met krappe budgetten en onder tijdsdruk aan de orde van de dag is. Het bewerkstelligen van de juiste ontwikkelcultuur kan als magneet werken op het schaarse digitale talent.

De concurrentiestrijd voor digitaal talent zal namelijk toenemen. Een sectorbrede strategie waarin ook aandacht is voor het opleidingsaanbod kan de positie van de bouw op dit punt versterken ten opzichte van andere sectoren. Het is verstandig om een specialistische ICT-opleiding gericht op de bouw in de markt te zetten, waarmee digitaal talent met interesse voor de bouw voorbereid wordt op een belangrijke rol in de sector. De bouw kan hiermee vooral een slag slaan met het vroegtijdig binnenhalen van hoogopgeleid digitaal talent.

Daarnaast is het belangrijk dat ICT integraal onderdeel wordt van bestaande bouwopleidingen en dat werkenden op grote schaal digitaal worden bijgeschoold. Het initiatief Digitaal Skills Paspoort van Volandis, waarin digitale vaardigheden die via cursussen en opleidingen zijn opgedaan worden vastgelegd, is daarin een goed voorbeeld.

Meer informatie

Lees meer over de economische ontwikkelingen in de bouw in het volledige rapport 'Stand van de Bouw'.

(Ziet u geen download of kunt u het rapport niet downloaden? Upgrade uw browser dan naar de meest recente versie.)

Lees verder in de bouwsector

De Nederlandse bouwsector behoorde de afgelopen jaren tot een van de best presterende sectoren, ondanks verschillende uitdagingen waar de sector mee te maken heeft. Voorbeelden zijn het stikstof-dossier, de forse prijsverhogingen van energie en bouwmaterialen en ook de personeelstekorten. Gedreven door trends, innovaties en wet- en regelgeving groeit de relevantie van thema’s als duurzaamheid en milieu-impact en zoekt de sector zijn weg naar een nieuw evenwicht.

Bekijk alle artikelen

Lees ook

De productie en uw administratie op orde

Ontvangt u als producent van hout- en bouwmaterialen steeds meer orders? Het bijhouden van de financiële administratie kan dan een uitdaging zijn. Met het alles-in-één boekhoudpakket houdt u eenvoudig een financieel overzicht up-to-date. Of koppel uw eigen pakket direct met Internet Bankieren Zakelijk.

Meld je gratis aan voor onze Insights nieuwsbrief

Blijf op de hoogte van onze inzichten, tips en trends

Aanmelden