Uitgelogd

U bent succesvol uitgelogd.

Woordenboek Beleggen: A tot en met H

Hieronder vind je het eerste deel van het beleggers-abc.

A

Een belang in het kapitaal van een onderneming. Een aandeel kan bestaan uit een waardepapier op naam of aan toonder. Het kan ook een inschrijving in een aandeelhoudersregister zijn.
Een aandeel waarop de naam van de eigenaar niet staat. Degene die het aandeel in zijn bezit heeft en kan tonen (toonder) wordt als de rechtmatige eigenaar gezien.
Een op papier gedrukt bewijs van een aandeel. Het bestaat uit een mantel, dividendblad met genummerde dividendbewijzen en een talon. Aandeelbewijzen worden zelden meer op papier gedrukt.
Houder of bezitter van een of meer aandelen in een onderneming.
Een door de onderneming bijgehouden lijst met namen en adressen van aandeelhouders. Op deze lijst is ook hun gestorte aandelenkapitaal en nominale aandelenkapitaal vermeld.
Meegekochte of opgelopen rente.
Het beheer van beleggingsproducten met als doel waarde toe te voegen ten opzichte van een benchmark. Dit doet de beheerder door andere posities in te nemen dan de benchmark. Het tegenovergestelde van actief beheer is passief beheer. Hierbij volgt de beheerder de benchmark juist zo nauwkeurig mogelijk.
Een op de beurs verhandeld fonds dat een beheerder of een team heeft die beslist over de onderliggende portefeuille. Een actief beheerde ETF heeft een benchmark-index, maar de beheerder kan afwijken van de index als hij dat nodig vindt. Zie ook: ETF.
Een kantoor dat (alle) aandelen bezit van een onderneming waarvoor het certificaten heeft uitgegeven. De certificaten worden gekocht door certificaathouders. Maakt een onderneming gebruik van een administratiekantoor? Dan kan de onderneming zelf bepalen welke koers het vaart, terwijl het toch mogelijk is kapitaal op te halen bij beleggers en investeerders.
Verwachte koers bij opening van de beurs. Deze koers is gebaseerd op orders die voor de opening van de beurs ingelegd zijn.
Afkorting van Amsterdam Exchanges indeX. Sinds 1994 de officiële graadmeter van de algehele koersontwikkeling op de Amsterdamse beurs. De AEX wordt bepaald door de koersen van 25 fondsen. De 'internationals' voeren hierbij de boventoon.
Heeft een beleggingsproduct geen waarde meer? Bijvoorbeeld na een faillissement? Dan kan de beurs dit als 'erkend waardeloos' verklaren en daarna 'protocollair vernietigen'. Het beleggingsproduct bestaat dan officieel niet meer. Toch behoudt de belegger nog een aantal jaren recht op een mogelijke uitkering. Het kan soms lang duren voordat de beurs die verklaring geeft. Als een belegger dit niet wil afwachten, kan hij de bank ook opdracht geven om dit beleggingsproduct af te boeken. De bank schrijft het dan van zijn beleggingsrekening af. De bank bewaart de gegevens van de belegger voor de beurs. Zo houdt de belegger toch recht op een mogelijke uitkering in de toekomst.
Beleggingsproducten zoals opties en warrants. De prijs van deze producten is afgeleid van een bestaande onderliggende waarde, zoals aandelen of obligaties.
Vaste datum waarop een termijncontract (zoals een optie, warrant of future) afloopt.
Terugbetaling van geleend kapitaal, bijvoorbeeld een obligatielening. De aflossing kan ineens of in termijnen plaatsvinden. De aflosdatum is meestal bij uitgifte al bepaald. Vervroegd aflossen kan ook.
Afkorting van Autoriteit Financiële Markten. Dit is de toezichthouder voor de gehele financiële marktsector. Doel van het toezicht is de financiële markten goed te laten functioneren.
Positief verschil tussen de koopkoers en de nominale waarde van een aandeel of obligatie.
Een aandeel dat een onderneming vanuit de agioreserve verstrekt aan een aandeelhouder. De uitkering van dit soort bonusaandelen is fiscaal onbelast.
De reserve die een onderneming opbouwt als nieuwe aandelen bij de uitgifte boven de nominale waarde worden verkocht. Via deze reserve keert men later meestal dividend uit.
Dit is een vorm van stockdividend die een onderneming gratis uitkeert aan aandeelhouders. Deze uitkering gebeurt vanuit de agioreserve. Op deze manier wordt de agioreserve omgezet in aandelenkapitaal. Over agiostock wordt geen belasting betaald. Dit in tegenstelling tot gewoon stockdividend dat vanuit de winst van een onderneming wordt uitgekeerd.
AIW staat voor As, if and when issued. AIW-handel kan voorkomen bij een emissie van aandelen op de Amsterdamse beurs. Het is de 'grijze' handel tussen het moment van toewijzen en de eerste officiële notering.
De verdeling binnen een beleggingsportefeuille. Bijvoorbeeld de verdeling over de vermogenscategorieën aandelen, onroerend goed, obligaties en liquiditeiten. Maar ook over regio's en landen of sectoren (bedrijfstakken). Het doel van de verdeling is een zo hoog mogelijk rendement met een zo klein mogelijk risico.
Alpha is het extra rendement van een portefeuille bovenop het rendement van de benchmark. Bij een positieve alpha heeft de portefeuille het beter gedaan dan verwacht.
Afkorting van Amsterdam Midkap Index. Deze index is in 1995 gestart. Het geeft inzicht in de koersontwikkeling van het middensegment van de Amsterdamse aandelenmarkt. In de AMX staan 25 fondsen die direct volgen op de 25 grootste fondsen van de AEX-index.
Het tegelijk kopen en verkopen van bepaalde beleggingsproducten op verschillende markten om zo gebruik te maken van prijsverschillen.
Afkorting van Amsterdam Small cap Index. Deze aandelenindex van de Amsterdamse effectenbeurs bestaat uit lokale fondsen. Deze fondsen vallen door hun beurswaarde net buiten de AMX.
Ook wel vermogensbeheer genoemd. Het professioneel beheer van beleggingen zoals aandelen, obligaties en vastgoed.

Letterlijk: aanwijzing. De verplichting aan de schrijver van een optie om de onderliggende waarde te leveren (calloptie), of af te nemen (putoptie). Dit tegen de in het optiecontract vastgestelde prijs (uitoefenprijs).

Een optie waarbij de uitoefenprijs (strike) van de optie gelijk is aan de koers van de onderliggende waarde.
AVA staat voor Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Op de AVA kunnen aandeelhouders hun stemrecht gebruiken. Zij kunnen voor of tegen bepaalde voostellen van de uitgevende instelling stemmen. De AVA is een regelmatig terugkerende vergadering, meestal jaarlijks.

B

De overheid kan besluiten om een bank te redden als die op een faillissement afstevent.

De betaling van rente en aflossing op obligatieleningen en gestructureerde producten van die bank kan dan geheel of gedeeltelijk worden opgeschort of zelfs geschrapt. Dit wordt 'bail-in' genoemd. Hierdoor is geen of minder overheidsgeld nodig om te voorkomen dat een bank failliet gaat.

Zo’n bail-in is mogelijk op basis van de Europese Bank Recovery and Resolution Directive (BRRD).

De term baisse heeft meerdere betekenissen. Met baisse wordt een negatieve beursstemming of een dalende effectenmarkt aangeduid. Of een periode waarin de prijzen uitzonderlijk laag zijn. Een baissemarkt is een dalende markt. Men kan ook 'à la baisse' handelen. Dan verkoopt men goederen, beleggingsproducten of vreemde valuta omdat men verwacht dat de prijzen of koersen ervan zullen dalen. Eventueel kan men dan later tegen een zeer lage prijs of koers weer kopen.
Een door een bank uitgegeven doorlopende obligatie met jaarlijkse rentebetaling. Bankbrieven zijn via de effectenbeurs verhandelbaar. De uitgiftekoers wisselt.
Het risico dat een bank niet aan haar verplichtingen kan voldoen en dat klanten hun geld bij die bank helemaal of voor een deel kwijtraken.
Kleinste verandering bij de notering van een obligatierendement. Een basispunt is een honderdste procentpunt (0,01%). Stijgt bijvoorbeeld het rendement op obligaties van 4,50% naar 5,25%? Dan neemt het rendement met 75 basispunten toe.
BAVA staat voor Buitengewone Algemene Vergadering van Aandeelhouders. De uitgevende instelling zal in speciale situaties een BAVA organiseren. Bijvoorbeeld bij een overnamebod. Zie ook: AVA.
Bear of bearmarkt is een term voor een pessimistische stemming over de ontwikkeling van de markt. Men verwacht dat prijzen en koersen zullen dalen (baisse). Een bear is ook een benaming voor een speculant die probeert te profiteren van dalingen op de beurs.
Een langere periode waarin een aandeel blijft dalen.
Een strategie om te profiteren van een koersdaling. Een belegger koopt dan een combinatie van callopties en/of putopties die bij koersdaling een gunstig resultaat oplevert.
Een obligatie die wordt uitgegeven door een onderneming.
Het uit de notering halen van een fonds. Bijvoorbeeld nadat een biedingstermijn is geëindigd, waarbij 95% voor het bod is aangemeld. Of als een fonds waardeloos is, bijvoorbeeld na een faillissement.
De kosten voor een vermogensbeheerder. Dit dat kan ook een fondsbeheerder van een beleggingsfonds zijn. Deze kosten betaalt de vermogensbeheerder of fondsbeheerder uit het belegde vermogen.
De aandelenindex van de 20 belangrijkste Belgische ondernemingen die genoteerd staan op de effectenbeurs van Euronext Brussel.
Geld voor langere tijd omzetten in waardepapieren (bijvoorbeeld beleggingsproducten), onroerende zaken of edele metalen. Hiermee wil men waardestijging bereiken en eventueel extra inkomen (uit rente en dividend).
Via de beleggersgiro van ABN AMRO kunnen klanten beleggen in beleggingsfondsen. Een bijzonder kenmerk is dat klanten niet alleen in een heel aandeel van het beleggingsfonds kunnen beleggen, maar ook in een deel daarvan. De beleggersgiro kan gebruikt worden voor de meeste beleggingsfondsen waarin beleggen bij ABN AMRO mogelijk is. Met de beleggersgiro is het ook mogelijk een order op te geven in de vorm van een geldbedrag in euro.
Voordat een belegger gaat beleggen via een bank of andere tussenpersoon, bepaalt deze eerst het beleggersprofiel van de belegger. Dit profiel is gebaseerd op de financiële situatie van de belegger, zijn beleggingsdoelen, hoeveel risico hij wil en kan nemen en zijn kennis van en ervaring met beleggen. Als het beleggersprofiel is gemaakt, kan een belegger gebruik maken van de beleggingsdiensten van een bank of andere tussenpersoon. Op basis van het profiel kan een belegger advies krijgen over de beleggingsproducten die bij zijn persoonlijke situatie passen.

Bij ABN AMRO vinden we het belangrijk om open en transparant te zijn over hoe we met beleggingen omgaan. Wat is ons beleggingsbeleid? En op welke principes is dit beleid gebaseerd? Hier vind je het beleggingsbeleid van ABN AMRO en kun je lezen wat het inhoudt.

Beleggingsdiensten zijn alle diensten die ABN AMRO aanbiedt op het gebied van beleggen.

Het beleggingsdoel is de reden voor een belegger om te beleggen. Jouw beleggingsdoel kan bijvoorbeeld zijn een aanvulling op je inkomen. Of vervroegd met pensioen gaan, een studie voor je kinderen, of de koop van een woning. Een beleggingsdoel is vaak in geld uit te drukken.

Een beleggingsfonds belegt geld voor beleggers die deelnemen in dat beleggingsfonds. Het doel is om met die beleggingen winst te maken. Deelnemers in een beleggingsfonds delen de winst. Een belegger in een beleggingsfonds koopt eigenlijk een deel van dat beleggingsfonds. Dit deel noemen we ook wel een aandeel of participatie. Beleggers die deelnemen in een beleggingsfonds zijn dus samen eigenaar van dat fonds. Beleggingsfondsen bieden onder meer de volgende voordelen:

  • Gemakkelijke manier van beleggen, ook in minder goed toegankelijke markten.
  • Goed gespreide beleggingsportefeuille.
  • Profiteren van de expertise van de fondsbeheerder.
  • Deskundig beheer.
  • Lage kosten in vergelijking met een directe belegging in aandelen of obligaties.

Hoelang wil iemand beleggen? De beleggingshorizon is de duur van de belegging. Deze is van belang om goed te kunnen bepalen welk soort belegging het beste bij iemand past. Hoe verder de beleggingshorizon, hoe groter de kans dat de belegger verliezen uit eerdere jaren goed kan maken in latere jaren.

Een onderneming die geld van aandeelhouders belegt. Voldoet een beleggingsinstelling aan verschillende wettelijke eisen? Bijvoorbeeld de eis om jaarlijks de beleggingsopbrengsten aan haar aandeelhouders uit te keren? Dan is zij over de belegging geen vennootschapsbelasting schuldig.

De manier waarop een belegger orders opgeeft. Bij ABN AMRO kan dat onder andere via:

  • een adviseur
  • de telefonische beleggingslijn
  • Internet Bankieren.
Een onderneming met als doel om kapitaal van anderen bij elkaar te brengen en gemeenschappelijk (collectief) te beleggen. Door de collectieve belegging kan de onderneming het risico spreiden. Een beleggingsmaatschappij is een rechtspersoon, een beleggingsfonds niet.
Een beleggingsorder is een opdracht aan een bank of tussenpersoon om beleggingsproducten te kopen of te verkopen. Er zijn verschillende soorten orders, zoals orders met een prijslimiet, bestensorders, dagorders en doorlopende orders.
Een beleggingsportefeuille bestaat uit het geheel van de beleggingen die een belegger heeft.
Ook wel effecten genoemd. Dit zijn alle producten waarin beleggen mogelijk is. De meest bekende beleggingsproducten zijn aandelen, obligaties en opties.
Om te beleggen bij een bank of andere tussenpersoon is vaak een beleggingsrekening nodig. Op deze beleggingsrekening administreert de bank of tussenpersoon de beleggingsproducten die een belegger koopt en verkoopt.

Beleggingsvormen zijn manieren van beleggen. Beleggers die beleggen via een bank of andere tussenpersoon hebben 3 basismogelijkheden:

  • zelfstandig ('execution only')
  • met advies van de bank (beleggingsadvies)
  • volledig via de bank (vermogensbeheer).

Binnen elke categorie bestaan bepaalde beleggingsvormen. De beleggingsvorm bepaalt voor een deel in welke beleggingsproducten een belegger kan beleggen.

Een objectieve maatstaf waarmee de prestaties van een beleggingsportefeuille of beleggingsfonds vergeleken worden.
Bij een emissie van aandelen wordt een uitgifteprijs bepaald. Is deze uitgifteprijs bij een emissie lager dan de nominale waarde? Dan wordt dit een plaatsing beneden pari genoemd.
Een beleggingsfonds waarvan de participaties niet vrij verhandelbaar zijn. Voordeel is dat er geen ondernemingsbelasting of kapitaalsbelasting verschuldigd is. Nadeel is dat de actuele waarde van het beleggingsfonds niet altijd bekend is. Ook kan het moeilijk zijn om het beleggingsfonds te verkopen tegen een redelijke prijs door de beperkte verhandelbaarheid.
Als een belegger een order opgeeft om beleggingsproducten te kopen, kijkt de bank of tussenpersoon of deze hiervoor voldoende bestedingsruimte heeft. De bestedingsruimte bestaat uit het geld op de betaalrekening en het mogelijk beschikbare krediet daarop, min het geld dat de bank heeft geblokkeerd op de betaalrekening. Is de bestedingsruimte voldoende, dan keurt de bank of tussenpersoon de order goed en zet deze door naar de beurs.
Een bestens order is een order waarbij een belegger geen prijslimiet opgeeft. Bij een bestens order krijgt een belegger in het algemeen de eerste prijs die tot stand komt op de beurs zodra de order aan de beurs is doorgeven. Ofwel de volgende marktprijs.

ABN AMRO streeft er bij het uitvoeren van jouw orders naar om het best mogelijke resultaat te behalen. Lees hier hoe wij dit doen.

Geeft aan hoe de koers van dat aandeel beweegt vergeleken met bijvoorbeeld een index, of een andere benchmark.
Een officieel erkende, gereglementeerde markt voor de handel in beleggingsproducten.
Een gewogen gemiddelde van een aantal beleggingsproducten dat verhandelbaar is op een beurs. Het indexcijfer wordt gewoonlijk gebruikt als graadmeter voor de stemming op de beurs.
Het 'noteren' (introduceren) van beleggingsproducten op de beurs of op de parallelmarkt. Op de beurs kan dit op twee manieren gebeuren. Door uitgifte of emissie van nieuwe beleggingsproducten, of via bestaande beleggingsproducten waarvoor nog geen notering bestond.
Ander woord voor beurswaarde.
De algemene stemming op de beurs op een bepaald moment of in een bepaalde periode.
De prijs op de beurs van beleggingsproducten door vraag en aanbod.
Een plotselinge ineenstorting van de koersen.
Een beursorder is de opdracht die een belegger aan een bank of tussenpersoon geeft om voor hem beleggingsproducten te kopen of te verkopen.
De algemene tendens van een of meer beursdagen.
De beurswaarde van een beursgenoteerde onderneming is het aantal uitstaande aandelen maal de actuele beurskoers. Ook wel koerswaarde of effectieve waarde genoemd.
De mate waarin de waarde (of koers) van een beleggingsproduct verandert.
De prijs die voor een beleggingsproduct (of vreemde valuta) wordt geboden als de belegger dat beleggingsproduct wil verkopen.
De Black-Scholes-formule is de meest gebruikte wiskundige formule om de (theoretische) waarde van een optie te berekenen.
Kwalitatief hoogstaande aandelen, bijvoorbeeld de aandelen die de Dow-Jonesindex vormen.
Bij een bod of inkoop krijgen de aandeelhouders van een bedrijf de mogelijkheid om binnen een bepaalde periode tegen vooraf gestelde voorwaarden hun aandelen in dat bedrijf aan een biedende partij te verkopen.
Een aandeel dat door een onderneming uit de reserves wordt uitgekeerd aan de bestaande aandeelhouders. Meestal uit de agioreserve.
Dit is een extra grote dividenduitkering. Bedrijven keren bijvoorbeeld een bonusdividend uit als zij een groter deel van de winst in één keer willen uitkeren.
De manier waarop een banksyndicaat een emissie plaatst. Vooraf onderzoekt het banksyndicaat bij welke prijs en bij welke hoeveelheid er voldoende vraag is. Zo is de verkoop verzekerd. Afkomstig uit de VS en in Nederland geïntroduceerd door ABN AMRO bij de beursgang van KPN.
Is de uitgifteprijs van een aandeel hoger dan de nominale waarde? Dan wordt dit een plaatsing boven pari genoemd. Zie ook: á pari en onder pari.
Engelse term voor tussenpersoon in beleggingsproducten.
Belasting die direct door de uitkerende instantie wordt ingehouden. Een voorbeeld is dividendbelasting.
Een periode waarin de aandelenkoersen enorm overgewaardeerd zijn ten opzichte van de werkelijke waarde. Een voorbeeld is de internetbubbel van eind jaren negentig.
Een term voor een optimistische stemming over de ontwikkeling van de markt.
Een strategie om te profiteren van een koersstijging. Een belegger koopt een bepaalde combinatie van callopties en/of putopties. Die combinatie zorgt bij koersstijging voor een gunstig resultaat.
Een obligatielening die aan het einde van de looptijd in één keer wordt afgelost.
Een aandeel krijgt een buy-opinie als uit onderzoek de conclusie volgt dat de onderzochte onderneming het de komende tijd beter gaat doen dan de markt. Het advies is dan om deze aandelen te kopen. Zie ook: Sell-opinie en Hold-opinie.
Een buy-and-hold-strategie is een beleggingsstrategie waarbij een beleggingsproduct gekocht wordt met de bedoeling dat voor een lange periode in de beleggingsportefeuille te houden.

C

Een optiestrategie waarbij men een calloptie koopt en tegelijkertijd een calloptie schrijft. De afloopmaand is hetzelfde. De uitoefenprijs van de geschreven calloptie ligt hoger dan die van de gekochte calloptie. Het maximale verlies is de betaalde premie minus de ontvangen premie.
Een optie is een standaardcontract. Hiermee koopt een belegger een recht of gaat een belegger een verplichting aan. Koopt een belegger een calloptie, dan heeft hij het recht om tijdens een vastgestelde periode een vaste hoeveelheid van een onderliggende waarde tegen een afgesproken prijs te kopen. Schrijft een belegger een calloptie? Dan heeft hij de verplichting om deze onderliggende waarde te verkopen (te leveren). Opties worden verhandeld op een optiebeurs.
Dividend dat uitgekeerd wordt in geld.
Afhandeling van bepaalde financiële transacties in geld. Dit komt vooral voor bij transacties in derivaten met niet-leverbare, onderliggende waarden, bijvoorbeeld een indexoptie.
Een waardepapier zonder stemrecht dat wordt uitgegeven door een administratiekantoor. Dit kantoor heeft daarvoor (alle) aandelen van een onderneming in handen. Een onderneming kan dit doen als ze financiële middelen wil krijgen zonder het stemrecht te verliezen dat bij het aandelenbezit hoort. Dit stemrecht blijft namelijk in bezit van het administratiekantoor.
Een verhandelbaar beleggingsproduct dat in de plaats komt van een aandeel. Een certificaat van een aandeel geeft geen stemrecht, een aandeel wel. Het certificaat van een aandeel heeft wel hetzelfde financiële voordeel als het aandeel. Certificaten worden meestal uitgegeven door een administratiekantoor.
De persoon of rechtspersoon die in het bezit is van een certificaat van aandelen in een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap.
Zie: Contract For Difference.
Engelse term voor koersgrafiek.
Het bewijs dat men een voorkeursrecht heeft bij de inschrijving op een emissie. Meestal wordt daartoe een dividendbewijs aangewezen.
De uitgifte van nieuwe aandelen of (converteerbare) obligaties, waarbij bestaande aandeelhouders een voorkeursrecht hebben. De ontvangen rechten noemen we claims. Deze zijn meestal op de beurs verhandelbaar.
Een recht dat hoort bij een dividendbewijs van een aandeelhouder. Als er nieuwe aandelen worden uitgegeven, mag de bezitter van het recht die kopen (tegen een vooraf bepaalde prijs). Als men dit niet wil, kan men de claim verkopen. Dit kan tot kort voor de uitgifte (op de aandelenbeurs).
Het aantal claims dat nodig is voor inschrijving op een nieuw aandeel of obligatie. Dit geldt bij een emissie, waarbij aan de bestaande aandeelhouders een voorkeursrecht wordt gegeven.
De plaats van de afwikkeling van opties of futures.
Bijzonder soort beleggingsfonds met bescherming. Via een constructie met afgeleide producten worden behaalde koerswinsten vastgezet. Dit noemen we clicken. Als de koers daarna daalt, heeft dat geen invloed op die winst. De belegger betaalt eenmalig een prijs voor dit product. Het eventuele resultaat (de clicks) wordt aan het einde van de looptijd uitgekeerd.
Een beleggingsfonds waarbij het aantal uitgereikte deelnamebewijzen vastligt. De waarde ervan is sterk afhankelijk van vraag en aanbod. Het tegenovergestelde is een open-end beleggingsfonds.
In onderpand gegeven zekerheden als dekking voor marginverplichtingen.
Bij een combinatieorder geeft de belegger één optieorder op, maar die bestaat uit verschillende optieorders. De combinatieorder kan alleen worden uitgevoerd, als alle optieorders binnen de combinatie kunnen worden uitgevoerd. Een voorbeeld is een combinatieorder voor een koop van een calloptie en tegelijk een koop van een putoptie. Het is gebruikelijk dat de belegger bij de combinatieorder een limiet meegeeft.
Internationale naam voor verhandelbare kortlopende schuldbewijzen. Deze worden door grote ondernemingen en gemeenten uitgegeven.
Een commissionair is een persoon of firma die bemiddelt tussen kopers en verkopers van beleggingsproducten. De commissionair krijgt bij een order een vergoeding die commissie wordt genoemd.
Commodity's zijn grondstoffen en bulkgoederen. Denk hierbij aan agrarische producten (aardappelen, fruit) maar ook aan olie en metalen (goud, zilver).
De Consignatiekas bevat geld dat in bewaring is gegeven aan het Ministerie van Financiën. Dit gebeurt bijvoorbeeld na een uitkoopprocedure door een aandeelhouder die minstens 95% van het aandelenkapitaal van een andere onderneming in handen heeft. Dit gaat via een procedure bij het Gerechtshof.
Financiële instrumenten waarmee beleggers makkelijk kunnen inspelen op koersen die stijgen (long gaan) en die dalen (short gaan). Hierbij zijn verschillende onderliggende waarden mogelijk zoals valuta, indices, aandelen en grondstoffen. De handelaar in CFD's wordt nooit zelf eigenaar van de onderliggende waarde. Deze ontvangt of betaalt het verschil tussen de actuele prijs en de contractprijs.
De contractgrootte is de totale onderliggende waarde van een optie- of futurecontract.
Converteren betekent omwisselen. Conversie is de omwisseling van beleggingsproducten in andere soorten beleggingsproducten. De omwisselingsverhouding is vooraf bepaald.

Conversiehandelingen zijn administratieve handelingen die een bank voor een belegger kan uitvoeren. Dit kan bijvoorbeeld bij bijzondere gebeurtenissen die te maken hebben met de beleggingsportefeuille van een belegger. Een belegger wil bijvoorbeeld:

  • ingaan op een openbaar bod
  • keuzedividend laten uitkeren in aandelen of in geld
  • claimrecht uitoefenen en inschrijven op een claimemissie
  • warrants of converteerbare obligaties omwisselen in aandelen.
De vastgestelde prijs voor een aandeel, waartegen een converteerbare obligatie omgewisseld kan worden tijdens de conversieperiode. De onderneming die de converteerbare obligatie heeft uitgegeven heeft de conversieprijs al in de emissieprospectus van de converteerbare obligatie opgenomen. De conversieprijs kan een prijs zijn waarbij een belegger geen geld hoeft bij te betalen of een prijs waarbij dit wel moet gebeuren.
De periode waarin een converteerbare obligatie kan worden omgewisseld tegen een vooraf bepaald aantal aandelen van dezelfde onderneming.
De verhouding waartegen bijvoorbeeld converteerbare obligaties of warrants kunnen worden omgewisseld tegen aandelen.
Voorwaarden in het emissieprospectus van een converteerbare obligatie. In de conversievoorwaarden staat onder meer wanneer en tegen welke prijs de obligatie kan worden omgewisseld in aandelen.
Waarde van de converteerbare obligatie die bepaald wordt door de beurskoers van het aandeel in die onderneming. De conversiewaarde staat dus niet vast. Deze verandert mee met de beurskoers.
Een obligatie die onder bepaalde voorwaarden kan worden ingeruild voor aandelen in de onderneming die de obligatie heeft uitgegeven.

Handelingen op beleggingsgebied, waarbij het initiatief van de uitgevende instelling komt. Er zijn 4 soorten corporate actions:

  • dividendbetalingen
  • couponbetalingen
  • lossingen
  • conversies.
Een begrip dat binnen technische analyse wordt gebruikt om een tijdelijke daling van beurzen aan te geven.
Een rentebewijs van een obligatie.
De vaste (jaarlijkse) datum waarop de rente (couponopbrengst) van een obligatie wordt uitbetaald.
Verhouding tussen het bedrag aan ontvangen couponrente en de beurswaarde van een obligatie op een bepaald moment. Bij de berekening kan ook uitgegaan worden van de beurswaarde op het moment van de koop van de obligatie.
De nominale rente die tijdens de looptijd van een obligatie wordt vergoed.
De grootte (de nominale waarde) van bijvoorbeeld een bankbiljet, aandeel of obligatie.
Een beleggingsproduct dat rechtstreeks op de officiële effectenbeurs wordt verhandeld.
Cover betekent dekking. De onderliggende waarden van de beleggingsportefeuille die als zekerheid gelden voor de opties met die onderliggende waarden. Cover kan alleen bij het schrijven van callopties.
Het verschil in rente tussen een zeer goede crediteur en een minder goede crediteur of groep crediteuren. Een bedrijf is bijvoorbeeld meestal een slechtere crediteur dan een overheid en moet daarom meer rente betalen.
Cum dividend betekent met dividend. Dit is een teken dat bij de koers van een aandeel staat. Dit teken staat er vlak voor de betaaldatum van een dividend. Het geeft aan dat een koper recht heeft op het aangekondigde dividend. Na enkele dagen verdwijnt het teken weer.
Cumulatief betekent opstapelend. Preferent betekent voorrang. Een aandeel dat met voorrang recht geeft op uitkering van alle dividenden van vorige jaren die niet zijn uitgekeerd. Pas nadat deze dividenden aan de preferente aandeelhouders zijn uitgekeerd, mag de onderneming dividend uitkeren aan anderen. Bijvoorbeeld aan aandeelhouders van gewone aandelen.
De bewaring van beleggingsproducten van een belegger. Op een bankrekening worden geldbedragen geadministreerd door een effectenbewaarder (custodian). Deze bewaart doorgaans de fysieke stukken, zoals aandelen en obligaties.
Aandelen van bedrijven die gevoelig zijn voor ontwikkelingen in de economische cyclus of conjunctuur, zoals staal- en autofabrikanten.

D

Een order die uitsluitend geldt op de dag waarop zij is gegeven.
Een ruimte in een bankgebouw waarvandaan wordt gehandeld op de financiële markten.
Het risico dat iemand die een schuld heeft (de debiteur) helemaal niet, onjuist of te laat uitkeringen betaalt of zijn schuld aflost.
Aandelen die verhoudingsgewijs niet zo gevoelig zijn voor ontwikkelingen in de economische cyclus of conjunctuur.
Periode waarin de prijzen dalen. Deflatie is vaak slecht voor de economie. Consumenten stellen namelijk hun aankopen uit. Het tegenovergestelde is inflatie.

Door de beurs bepaalde financiële voorwaarden waaraan een belegger moet voldoen om ongedekte opties te mogen schrijven. Deze voorwaarden zijn bijvoorbeeld:

  • Een geldbedrag dat eerst aan de beurs gestort moet worden.
  • Een door de beurs bepaalde hoeveelheid aandelen die in bezit van de belegger moet zijn.

De dekkingseisen worden per dag bepaald.

De delta van een optie geeft aan hoeveel de waarde van de optie naar verwachting zal veranderen als de koers van de onderliggende waarde verandert.
Het begrip dematerialisatie wordt in het bankwezen gebruikt om aan te duiden dat waardestukken niet meer in tastbare vorm bestaan, maar alleen in girale vorm.
Het tijdelijk onderbrengen van aandelen bij een bank om een toegangsbewijs te krijgen voor het bijwonen van een aandeelhoudersvergadering.
In depot geven betekent in bewaring geven, meestal van beleggingsproducten, bij een bank of tussenpersoon in beleggingsproducten.
Een bank waar aandeelhouders hun aandelen moeten deponeren om een toegangsbewijs te krijgen voor de aandeelhoudersvergadering.
Een product waarmee de nadelige gevolgen van een prijsstijging of -daling kunnen worden verkleind. Derivaten worden ook wel afgeleide financiële producten genoemd, omdat ze altijd zijn gekoppeld aan een ander financieel product. De waarde van een derivaat is afhankelijk van de prijsontwikkeling van zaken waaraan het verbonden is. Bijvoorbeeld: aandelen, valuta's, grondstoffen of leningen. Bekende derivaten zijn opties, termijncontracten of onderlinge ruilcontracten (swaps).
Negatief verschil tussen de aankoopkoers van een aandeel of obligatie en de nominale waarde ervan.
Het deel van de winst dat een onderneming betaalt aan de aandeelhouders. Dividend wordt meestal jaarlijks betaald.
De belasting die een onderneming moet inhouden over het dividendbedrag dat zij betaalt aan haar aandeelhouders.
Een verklaring van een onderneming waarin staat welk bedrag er is betaald aan dividend en dividendbelasting.

De manier waarop de hoogte van het dividend wordt bepaald. Als een onderneming een vast percentage van de winst heeft bestemd voor dividend, dan is er sprake van een wisselende pay-out-ratio. Het bedrag dat per aandeel aan dividend wordt uitbetaald wisselt dan per jaar. Als een onderneming kiest voor een vaste (constante) pay-out-ratio, dan is het bedrag dat per aandeel wordt betaald aan dividend vrij constant, maar wisselt het percentage van de winst dat aan dividend wordt betaald.

De hoogte van het betaalde dividend uitgedrukt in een percentage van de koers van het aandeel.
Afspraak tussen 2 beleggers waarbij belegger A geen belangstelling heeft voor dividendinkomsten en belegger B juist wel. Belegger A verkoopt de aandelen op de dag voordat de periode ingaat waarbinnen het aandeel op de beurs alleen verhandeld kan worden zonder recht op dividend (ex dividend). Belegger B koopt de aandelen en krijgt dan recht op het dividend. Direct of kort na deze periode koopt belegger A de aandelen weer terug.
Het betalen van dividend aan aandeelhouders.

Afkorting van De Nederlandsche Bank (DNB), de centrale bank van Nederland. DNB heeft als hoofddoelstelling financiële stabiliteit scheppen. Stabiliteit betekent dat er een zekere rust is in de financiële wereld. DNB is ook toezichthouder op banken en financiële instellingen in Nederland. Tot de taken van DNB behoren:

  • eurobankbiljetten uitgeven
  • erop toezien dat pensioenfondsen, verzekeraars en banken hun afspraken nakomen
  • een lage inflatie in stand houden
  • de goudvoorraad van Nederland beheren
  • zorgen dat betalingen en overschrijvingen snel worden doorgesluisd tussen banken
  • economisch onderzoek en economische voorspellingen doen
  • onafhankelijk economisch advies geven
  • actuele en historische cijfers en statistieken over geld, wisselkoersen en rentes bijhouden.
Als een aandeel tijdens een beursdag op ieder gewenst moment verhandelbaar is, heeft dit aandeel een doorlopende notering.
Opdracht tot koop of verkoop van beleggingsproducten zonder vaste eindtijd. Deze opdracht kan worden beëindigd doordat de opdrachtgever de order intrekt of doordat het product wordt beëindigd.
Een order voor het uitvoeren van een koop of verkoop verlengen. Dit gebeurt vaak bij verliesgevende opties of shortposities.
De Dow Jones is de index van de New York Stock Exchange (NYSE). Voluit: Dow Jones Industrial Average. Het is de bekendste graadmeter van de Amerikaanse beurs. De index bestaat uit 30 fondsen die elk een leidende rol spelen in hun branche. Velen geven aan deze index een voorspellende waarde over de toekomstige koersontwikkelingen.
Afkorting van Dividend Reinvestment Plan. De mogelijkheid voor aandeelhouders om het ontvangen dividend rechtstreeks te besteden aan nieuwe aandelen.
Afkorting van Dutch Securities Institute. Een stichting die als doel heeft om het vertrouwen van beleggers in de Nederlandse beleggingsbranche te vergroten. Deze stichting bewaakt de integriteit van de personen die werken binnen de Nederlandse beleggingsbranche.
Als een aandeel op verschillende beleggingsbeurzen verhandeld kan worden.
Grote pakketten beleggingsproducten verkopen, zonder te letten op het effect daarvan op de prijs en de markt.
Maatstaf voor rentegevoeligheid van obligaties. De duration is hoger als de resterende looptijd van een obligatie langer is. Want dan reageren de koersen sterker op renteveranderingen. Een vuistregel hierbij is: stijgt of daalt de rente met 1%, dan verandert de waarde van de obligatie met 1% maal de duration.
Handelen in beleggingsproducten van ondernemingen of bedrijfstakken die volgens de maatschappelijke geaccepteerde normen een ethisch verantwoord beleid voeren. Zo belegt men dan juist niet in ondernemingen of bedrijfstakken waarvan het product of beleid ter discussie staat, zoals wapenhandel, de tabaksindustrie of alcoholproducenten. Men zou dan juist wel kunnen beleggen in ondernemingen die een positieve bijdrage leveren aan bijvoorbeeld het milieu of betere werkomstandigheden voor de medewerkers.
ABN AMRO heeft de Duurzaamheidsindicator ontwikkeld om aandelen te beoordelen op duurzaamheid. De indicator wordt samengesteld op basis van informatie van onafhankelijke specialisten. Met de Duurzaamheidsindicator is het mogelijk ondernemingen in een bedrijfstak snel onderling te vergelijken op duurzaamheid.

E

Afkorting van Europese Centrale Bank. Dit is het financieel orgaan van de Europese Unie dat de waarde van de euro bewaakt.
Afkorting van Equity Discount Certificate. Dit is een kortlopende ABN AMRO lening die aan het einde van de looptijd wordt afgelost met geld of onderliggende waarden.
Dit is een ander woord voor beleggingsproducten, bijvoorbeeld aandelen, obligaties of opties.
De effectenbeurs of kortweg de beurs, is de officieel erkende markt voor de handel in beleggingsproducten. Bijvoorbeeld aandelen en obligaties. Alleen leden van de Vereniging voor de Effectenhandel (tussenpersonen in effecten, banken) mogen handelen op de beurs. Zij voeren koop- en verkoopopdrachten van hun klanten uit en kunnen ook voor eigen rekening handelen. Niet alle beleggingsorders gaan via de beurs. Beleggingsproducten kunnen ook buiten de beurs verhandeld worden. Gaat het om incourante fondsen, dan zorgen gespecialiseerde makelaars voor de koop en verkoop.
Ander woord voor beleggingsdekkingswaarde. De dekkingswaarde is de waarde die een bank aan beleggingsproducten toekent voor bepaalde doelen. Deze waarde is bijvoorbeeld van belang als een belegger een lening op basis van beleggingen afsluit.
De koop en verkoop van beleggingsproducten. Op de Amsterdamse effectenbeurs worden officieel genoteerde beleggingsproducten verhandeld. Om tot de officiële notering toegelaten te worden, moeten beleggingsproducten aan bepaalde eisen voldoen. Beleggingsproducten die dat niet doen, worden verhandeld op de parallelmarkt of op de markt voor incourante fondsen.
De opbrengst en inkomsten uit beleggingsproducten waarbij in de berekening het verschil tussen de marktwaarde en de nominale waarde bij aflossing is meegenomen.
De waarde die een beleggingsproduct heeft op basis van de beurskoers.
Dit zijn regio's die tot nu toe zijn achtergebleven in hun economische ontwikkeling, maar waarvan de verwachting is dat ze het goed gaan doen. Voorbeelden van emerging markets zijn de regio's Latijns-Amerika en Azië.
De uitgifte van aandelen en obligaties om een onderneming of een overheidsinstantie te kunnen financieren.
De uitgiftekoers van een emissie. Deze ligt meestal hoger dan de op het aandeel vermelde nominale waarde. Het verschil tussen de emissiekoers en de nominale waarde is de agio. Deze krijgt de uitgevende instelling. Zie ook: agioreserve.
Een document met uitgebreide informatie over de onderneming of instelling die beleggingsproducten uitgeeft of gaat uitgeven en alle verplichte informatie over het beleggingsproduct.
De bank die een emissie verzorgt. Tegenwoordig wordt de term emittent ook gebruikt voor de onderneming die aandelen of obligaties aan beleggers uitgeeft.

ESG (environmental, social en governance) is een term die wordt gebruikt door investeerders om een bedrijf te evalueren en zijn financiële performance te bepalen aan de hand van duurzame indicatoren. ESG is ontworpen om bedrijven hun relatieve performance objectief te kunnen meten en transparant te maken zodat investeerders hun portfolio kunnen afstemmen en verbeteren en daarmee ook werken aan een betere wereld.

Essentiële Beleggersinformatie is een document waarin alle belangrijke informatie over een beleggingsfonds staat. Bijvoorbeeld over de doelstellingen, het beleggingsbeleid, het risicoprofiel, de kosten en de resultaten van het fonds. Beleggers kunnen hiermee een goed doordachte beleggingsbeslissing nemen, op basis van de juiste informatie.
Een obligatie met een lange looptijd die op de Europese kapitaalmarkt wordt verhandeld. De obligatie is in een ander land uitgegeven dan in het land van de valuta van de eurobond.
Een Euroland is een Europees land dat de euro als munteenheid heeft.
De naam van de internationale, Europese beursmaatschappij die in 2000 ontstond door de fusie van de beurzen van Parijs (ParisBourse), Brussel (Brussels Exchanges) en Amsterdam (Amsterdam Exchanges).
Euronext.LIFFE is de Londense optie- en termijnbeurs die in 2002 ontstond toen Euronext de Londense optie- en termijnbeurs LIFFE (London International Financial Futures and Options Exchange) overnam.
Ex staat voor exclusief. Aandelen kunnen 'ex dividend' worden gekocht of verkocht. Dit betekent dat de koper van een aandeel geen recht meer heeft op dividendbetaling over de achterliggende periode.
Een aanduiding bij de koers van een aandeel tijdens een aandelenemissie. Het betekent dat een aandeel wordt genoteerd zonder dat de waarde van de claim in de koers van het aandeel zit. Met de claim kan de bestaande aandeelhouder inschrijven op nieuwe aandelen uit de emissie. Maar de koper van een aandeel ex claim heeft geen recht op de claim en kan niet inschrijven op nieuwe aandelen uit de emissie.
Een aanduiding bij de koers van een aandeel vlak voor de betaaldatum van een dividend, om aan te geven dat een koper geen recht heeft op het aangekondigde dividend. Na enkele dagen verdwijnt deze aanduiding weer.
Een Exchange Traded Fund is een beursgenoteerd, open-end beleggingsfonds met als doel om zo nauwkeurig mogelijk een onderliggende beursindex te volgen. De beheerder van het beleggingsfonds hoeft geen eigen visie te hebben waarmee hij actief de index wil verslaan, maar volgt passief de index. Hierdoor zijn de kosten van een ETF vaak veel lager dan de kosten van actief beheerde beleggingsfondsen.
Execution only betekent zelfstandig beleggen. Hierbij geeft een belegger zelfstandig en op eigen initiatief orders op aan zijn bank of tussenpersoon. Hij krijgt hierover geen advies. De bank of tussenpersoon toetst wel of de belegger voldoende kennis van beleggen en voldoende ervaring heeft voor een order. Als de bank of tussenpersoon denkt dat een belegger deze kennis of ervaring niet heeft of te weinig informatie van de belegger heeft ontvangen, krijgt de belegger hierover een waarschuwing. Voor sommige beleggingsproducten bestaat de verplichting om een order te toetsen aan de kennis en ervaring van de belegger niet. Deze beleggingsproducten staan in de Wet op het financieel toezicht aangegeven. De meeste aandelen, obligaties en beleggingsfondsen vallen eronder.
Exercise betekent uitoefening. Een belegger oefent een optie uit als hij van het recht gebruikmaakt om de onderliggende waarden te kopen bij een calloptie of te verkopen bij een putoptie. Het tegenovergestelde van exercise is assignment. Daarbij heeft een belegger geen recht maar een plicht.
Het aflopen van een optiecontract.
De einddatum (afloopdatum) van een optie.
Andere term voor aflopen of eindigen. In de beleggingswereld wordt deze term vooral gebruikt om de afloop aan te geven van derivaten, zoals opties, futures of warrants.

F

Een falcon is het recht om bestaande aandelen te kopen. Dit recht geldt voor een bepaalde tijd. Het zijn institutionele beleggers die falcons uitgeven voor aandelen die ze in hun bezit hebben.
Informele aanduiding voor Federal Reserve System, of Federal Reserve. Dit is de particuliere, centrale bank van de Verenigde Staten. De Fed is opgericht  in 1913 na hervormingen in het bankensysteem vanwege eerdere financiële crises. De Fed houdt zich vooral bezig met monetair beleid en ook met toezicht op het binnenlands betalingsverkeer.
Dit is een obligatie met een veranderende couponrente. Deze couponrente is vaak gekoppeld aan een markttarief, bijvoorbeeld het tarief van een staatslening of de Euribor.
Een lid van een beurs dat op de beursvloer van die beurs orders mag uitvoeren.
Deze afkorting staat voor Fill or Kill. Er wordt een beursorder mee bedoeld die direct in zijn geheel uitgevoerd moet worden. Kan dit niet? Dan moet de order meteen helemaal vervallen.
Andere naam voor beleggingsproduct, bijvoorbeeld een aandeel, obligatie, schuldbrief of staatspapier. Vaak wordt er ook een categorie beleggingsproducten mee bedoeld die een onderneming heeft uitgegeven. Bijvoorbeeld aandelen. Ook zo'n onderneming noemt men weleens een fonds.
Een administratiecode die beleggingsdienstverleners geven aan beursgenoteerde beleggingsproducten.
Opgave van een bank of tussenpersoon waarop een beleggingsklant kan zien welke beleggingsproducten hij heeft in zijn beleggingsportefeuille bij die bank of tussenpersoon.
Het fondsvermogen of nettovermogen (net assets) geeft weer hoe groot een beleggingsfonds is in geld. Fondsvermogen wordt meestal weergegeven in miljoenen euro en meestal maandelijks gerapporteerd. Het cijfer geeft een indicatie van de populariteit van een beleggingsfonds.
Afkorting van Foreign Exchange, dit is de handel in vreemde valuta.
Engelste term voor de situatie waarin de handel in een beleggingsproduct voor korte tijd wordt stilgelegd wegens grote koersbewegingen.
Kopen of verkopen van beleggingsproducten (vaak aandelen) met voorkennis van een grote toekomstige transactie. Dit is verboden.
De FTA is de Financiële Termijnmarkt Amsterdam, de beurs waar financiële termijncontracten (futures) worden verhandeld.
Afkorting van Financial Times Stock Exchange, de Londense beurs.
Een beleggingsmethode waarbij een belegger de toekomstige koersontwikkeling van een aandeel probeert te voorspellen. Zo'n voorspelling is gebaseerd op een analyse van bedrijfsgegevens.

Bij een fusie gaan 2 bedrijven samen. Overwegingen om te fuseren kunnen zijn: verbetering van de concurrentiepositie, veiligstelling van de continuïteit en verbetering van de efficiëntie. Er zijn 3 soorten fusies:

  • Aandelenfusie: beide fusiepartners brengen de aandelen onder in een nieuwe holding. Hiervoor krijgen zij in een bepaalde verhouding aandelen in de combinatie terug.
  • Bedrijfsfusie: hierbij draagt één van de fusiepartners zijn activa en passiva over aan de andere fusiepartner. De betaling hiervoor gebeurt in aandelen van de andere fusiepartner.
  • Juridische fusie: in dit geval houden één of meer vennootschappen op te bestaan en gaan de activa en passiva van die vennootschap(pen) over op een andere vennootschap. 
Engelse term voor een termijncontract in beleggingsproducten, goederen of vreemde valuta's. Bij een future staan de termijn, de uitoefenprijs en het aantal onderliggende waarden vast.
ETF staat voor Exchange Traded Fund. Een fysieke ETF is een beleggingsfonds dat in zijn samenstelling precies de samenstelling volgt van een bepaalde beursindex, bijvoorbeeld de AEX.

G

De gamma van een optie geeft aan hoeveel de delta van een optie naar verwachting zal veranderen als de koers van de onderliggende waarde (iets) verandert. De Griekse letters delta, gamma, theta, vega, rho (ook aangegeven als 'de Grieken') geven in de financiële wereld de risico's aan van opties en andere derivaten.
Een garantiefonds is een gestructureerd product. Het biedt een bepaalde garantie op de hoofdsom van het fonds. Bijvoorbeeld dat een belegger in ieder geval een bepaald percentage van de hoofdsom terugkrijgt. Of dat een belegger gegarandeerd de hoofdsom terugkrijgt plus een bepaald rendement.
Een geannualiseerd rendement is een manier om rendement om te rekenen naar een periode van een jaar. Zo kan men het rendement van beleggingen met verschillende looptijden makkelijk vergelijken. Bijvoorbeeld: fonds A heeft een rendement van 5% in 6 maanden en fonds B heeft een rendement van 4% in 4 maanden. Het geannualiseerde rendement van Fonds A is dan iets meer dan 10% en het rendement van B iets meer dan 12%.
Uitdrukking bij koersen die aangeeft dat er bij een genoemde koers orders zijn geweest. Hierdoor ziet een belegger of er in een bepaald beleggingsproduct handel is geweest, tegen welke koers en wanneer dat voor het laatst is geweest.
Uitdrukking bij koersen die aangeeft dat niet alle kooporders op de gedane koers zijn uitgevoerd. Dit omdat de vraag groter is dan het aanbod. Hierdoor ziet een belegger of er in een bepaald beleggingsproduct handel mogelijk is tegen die koers.
Uitdrukking bij koersen die aangeeft dat niet alle verkooporders op de gedane koers zijn uitgevoerd, omdat het aanbod groter is dan de vraag. Hierdoor ziet een belegger of er in een bepaald beleggingsproduct handel mogelijk is tegen die koers.
Bij gedekt schrijven verkoopt de belegger een calloptie waarvan hij de onderliggende waarde op zijn beleggingsrekening heeft. Tegenovergestelde van ongedekt schrijven.
Een opdracht om beleggingsproducten te kopen of te verkopen, tegen een bepaalde maximale of minimale prijs.

Geeft een belegger een order op voor een bepaald beleggingsproduct? Dan toetst een bank of tussenpersoon of dat beleggingsproduct past bij het risicoprofiel van die belegger en bij zijn kennis en ervaring. Dat gebeurt met de geschiktheidstoets (of Suitability-toets). De belegger heeft hiervoor al eerder zijn risicoprofiel bepaald. Het risicoprofiel van de belegger wordt bepaald op grond van:

  • financiële situatie (inkomsten, uitgaven, bezittingen en schulden)
  • beleggingsdoel (wat wil hij met zijn beleggingen bereiken)
  • risicobereidheid (hoeveel risico wil en kan hij lopen)

Zo wordt duidelijk welke orders een bank of tussenpersoon voor die belegger kan uitvoeren.

Een gestructureerd product is een zogenaamd samengesteld product. Dit betekent dat het bestaat uit verschillende beleggingsproducten. Bijvoorbeeld opties en obligaties. Door bijvoorbeeld gedeeltelijk in obligaties te beleggen, loopt een belegger waarschijnlijk minder risico. Als een belegger ook belegt in opties, is een hoger rendement mogelijk maar ook verlies van de inleg. Afhankelijk van de verhouding tussen de verschillende beleggingsproducten loopt een belegger meer of minder risico. Voorbeelden van samengestelde producten zijn certificaten, converteerbare obligaties en reverse convertibles.
Giraal effectenverkeer is de handel in beleggingsproducten waarbij de koop en verkoop alleen bestaat uit een administratieve overboeking. De koper krijgt geen echt papieren exemplaar van het beleggingsproduct. Dit echte exemplaar is er wel. Maar banken en commissionairs laten deze bewaren bij het Nederlands Centraal Instituut voor Giraal Effectenverkeer, als zij hierbij zijn aangesloten. De belegger is na aankoop wel officieel eigenaar van het echte exemplaar.
Een giraal fonds is een beursgenoteerd beleggingsproduct dat geschikt is voor giraal effectenverkeer.
Een groeiaandeel is een aandeel van een onderneming waarvan de experts een grote groei verwachten.

Grondstoffen zijn onze natuurlijke hulpbronnen. Ze worden gebruikt als basismaterialen in productieprocessen en vormen daarmee de spil van de economische cyclus. Door hun cruciale rol in de wereldeconomie, in combinatie met de specifieke kenmerken van de grondstoffenmarkten, vormen grondstoffen een beleggingscategorie die echt waarde kan toevoegen aan jouw portefeuille. Fysiek beleggen in grondstoffen, zoals in olie, kent echter veel praktische nadelen. Niet iedereen kan bijvoorbeeld makkelijk een vat olie bewaren. Vandaar dat beleggen in grondstoffen meestal gebeurt via beleggingsfondsen of Exchange Traded Funds (ETF's).

Bij een guichet-emissie is de bank alleen 'inschrijfloket' (guichet is het Franse woord voor loket). Het risico van de emissie ligt dan bij de instelling die de aandelen uitgeeft. Deze moet dan zelf de aandelen terugnemen, die niet verkocht zijn. Bij een normale emissie neemt een bank deze over van de instelling die de aandelen uitgeeft. De uitgevende instelling weet dan zeker welke opbrengst ze krijgt. De bank neemt het risico over en blijft misschien zitten met niet verkochte aandelen.

H

Als een belegger handelt in beleggingsproducten van een onderneming of instelling en daarbij informatie heeft die niet of nog niet openbaar is. Dit is strafbaar.
Bij opties is dit de contractgrootte van een optie. Dit is de vaste hoeveelheid van een onderliggende waarde van een optie. Meestal is dit 100.
Als de beurs de handel voor een bepaalde periode stillegt.
Een periode waarin beleggers verwachten dat de koersen of prijzen van bepaalde goederen, beleggingsproducten of vreemde valuta lange tijd gaan stijgen (à la hausse). Beleggers kopen deze goederen, beleggingsproducten of vreemde valuta dan vaak om ze later mogelijk tegen een zeer hoge prijs of koers weer te verkopen.
Een hedge fund of hedgefonds streeft ernaar om ieder jaar dezelfde winst te halen onafhankelijk van wat de beurs doet. Hedgefondsen maken gebruik van veel meer beleggingsproducten en strategieën dan gewone beleggingsfondsen. Vaak zijn het besloten fondsen, die een forse minimale inleg vragen, met geleend geld opereren en veelvuldig gebruikmaken van afgeleide producten.
Aanduiding voor de bescherming van goederen of waardepapieren tegen prijsveranderingen. Vooral gebruikt bij de handel in opties om de beleggingsportefeuille te beschermen. De beleggingsportefeuille van opties, de onderliggende aandelen en de obligaties van die opties is dan zo samengesteld dat die aandelen en obligaties zijn beschermd tegen prijsveranderingen.
Een hefboom zorgt ervoor dat de winst die een belegger kan maken in verhouding hoger is dan de winst die mogelijk is bij direct beleggen in de onderliggende waarde. Beleggingsproducten met een hefboom zijn bijvoorbeeld opties. Een belegger hoeft bij een belegging met een hefboom maar een klein bedrag te beleggen, terwijl de kansen op winst gelijk zijn. Hier staat tegenover dat het verlies ook groter kan zijn dan het verlies dat mogelijk is bij direct beleggen in de onderliggende waarde.
Van hefboomwerking is sprake als een belegger een positie inneemt waarbij de waarde van de positie sterker reageert op een koerswijziging van de onderliggende waarde (bijvoorbeeld een aandeel) dan wanneer direct in de onderliggende waarde belegd zou worden.
Geld dat vrijgekomen is uit dividenden, aflossingen of verkoop van bestaande waardepapieren opnieuw beleggen.
De hoogste koers van een beleggingsproduct in een bepaalde handelsperiode (bijvoorbeeld dag, week, maand, jaar).
Dit zijn obligaties van bedrijven of landen met een relatief lage rating. Zoals de naam al zegt kennen deze obligaties vanwege het hoge risico een verhoudingsgewijs hoog rendement (high yield). High yield-obligaties worden ook wel junk bonds genoemd.
Ofwel houden. Hold is een beleggingsadvies om beleggingsproducten niet te kopen of te verkopen. Zo'n advies wordt gegeven als de verwachting is dat een onderneming gemiddeld gaat presteren, dus vergelijkbaar met het gemiddelde in de markt.
Het hoofdfonds bestaat uit aandelen waarin op de effectenbeurs over een langere periode gemeten de meeste omzet is.