EMIR omvat een aantal risicobeperkende verplichtingen. Deze gelden voor OTC derivatentransacties die niet centraal worden afgewikkeld. Tegenpartijen in OTC derivatentransacties moeten met elkaar een aantal afspraken over deze verplichtingen schriftelijk hebben vastgelegd.
EMIR bevat concrete regels voor het tijdig bevestigen van nieuwe, onderling afgesloten OTC derivatentransacties. Tijdslijnen voor het tijdig bevestigen zijn afhankelijk van de derivatenklasse en het tijdstip van het afsluiten. De termijn waarbinnen een OTC derivatentransactie bevestigd dient te worden is zo spoedig mogelijk en in ieder geval de volgende werkdag voor OTC-derivatentransactie gesloten tussen financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die de clearing drempel overschrijden en de tweede werkdag voor OTC derivatentransacties gesloten met niet financiële tegenpartijen die de clearing drempel niet overschrijden.
EMIR verplicht tegenpartijen met elkaar de gegevens af te stemmen rondom OTC-derivatenportefeuilles. De reconciliatie van portefeuilles is het proces waarin de verschillende transactiekenmerken, zoals onder andere de wijze waarop transacties door de tegenpartij wordt gewaardeerd, met elkaar worden vergeleken om na te gaan of de gegevens overeenstemmen. De uitkomst van deze afstemming moet zijn dat beide partijen akkoord zijn met de inhoud van het portefeuilleoverzicht. Dit wordt de portefeuille-reconciliatie genoemd.
De frequentie van reconciliatie varieert en is afhankelijk van het aantal uitstaande onderlinge OTC-derivatentransacties en of de OTC-derivatentransacties zijn gesloten met een niet-financiële tegenpartij die kwalificeert als een NFC-.
FC+, FC- and NFC+ | NFC- |
Dagelijks als ≥ 500 transacties; | Per kwartaal als > 100 transacties |
Wekelijks als 51 ≤ transacties ≤ 499 | Jaarlijks als ≤ 100 transacties |
Per kwartaal als ≤ 50 transacties |
|
EMIR schrijft voor dat financiële en niet financiële tegenpartijen die 500 of meer OTC-derivatencontracten bij een tegenpartij hebben uitstaan die niet via een centrale tegenpartij worden afgewikkeld, procedures hebben waarmee zij twee keer per jaar de mogelijkheid van portfoliocompressie te onderzoeken en vervolgens ook, indien mogelijk, een dergelijke portfoliocompressie uit te voeren. Portfoliocompressie heeft als doel het tegenpartij kredietrisico te verminderen.
Zowel financiële als niet-financiële tegenpartijen die OTC-derivatentransacties met elkaar aangaan, moeten procedures afspreken over:
Financiële tegenpartijen zijn verplicht elk geschil met betrekking tot een OTC-derivatencontract dat niet centraal wordt afgewikkeld te rapporteren bij de aangewezen bevoegde autoriteit. In Nederland is dit De Nederlandsche Bank (DNB). De verplichting geldt voor geschillen met betrekking tot waardering of uitwisseling van zekerheden die hoger zijn dan EUR 15 miljoen en langer dan 15 werkdagen uitstaan.
Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die met hun OTC derivatentransacties boven de drempelwaarde uitkomen hebben de verplichting om op dagelijkse basis de waarde van uitstaande OTC derivaten op marktwaarde (mark-to-market) te bepalen. Mark-to-market houdt in het bijhouden van de huidige marktwaarde van een OTC- derivatentransactie zodat verliezen of winsten op een contract kunnen worden berekend. Mark-to-model houdt in het gebruik van een financieel model om een contractprijs te bepalen in plaats van met behulp van marktprijzen de waarden te berekenen.
De margeverplichtingen hebben betrekking op onderpand dat partijen bij elkaar moeten storten in het geval van een OTC-derivatentransactie die niet centraal wordt afgewikkeld. Financiële tegenpartijen en niet-financiële tegenpartijen die de clearing drempel overschrijden dienen hun uitstaande OTC derivatentransactie dagelijks te waarderen tegen de marktwaarde en tijdig onderpand uit te wisselen tot zekerheid voor het tegenpartijrisico. Er wordt onderscheid gemaakt tussen variabele marge en initiële marge. Variabele marge wordt geïnd om het risico uit hoofde van veranderingen in de actuele marktwaarde af te dekken.
Initiële marge wordt geïnd ter afdekking van het risico dat bij een verzuim van de tegenpartij er een risico is dat een OTC-derivatentransactie opnieuw gesloten moet worden, terwijl de marktwaarde daarvan en het reeds geïnde onderpand aan verandering onderhevig is tussen het moment van de laatste inning van variabele marge en de beëindiging van de derivatentransacties of afdekking van marktrisico volgend op een wanbetaling van de andere tegenpartij. Initiële marge dient te worden berekend uiterlijk op de werkdag volgend op de dag waarop een OTC derivaten transactie is afgesloten contract of aan waarde schommeling onderhevig is.
Initiële marge is onderpand dat door een tegenpartij wordt verzameld om haar huidige en potentiële toekomstige blootstelling te dekken in de periode tussen de laatste inning van de marge en de liquidatie van posities of het afdekken van marktrisico, na een wanbetaling van de andere tegenpartij.
De initiële marge dient uiterlijk te worden berekend op de werkdag volgend op de dag waarop een OTC-derivatentransactie is gesloten of onderhevig is aan een waardeverandering.
Als je OTC-derivatentransacties aangaat of bent aangegaan met ABN AMRO, moet je volgens EMIR bepaalde afspraken met ons maken over EMIR's risicobeperkende verplichtingen. Deze afspraken moeten schriftelijk bevestigd worden. Dit kan op een aantal manieren.
ABD
Zijn de Algemene Bepalingen Derivatentransacties (ABD) van ABN AMRO op je transacties van toepassing, dan kun je deze hieronder downloaden. We vragen je deze zorgvuldig te lezen.
Ben je kort geleden met ABN AMRO een ISDA Master Agreement overeengekomen en zijn de afspraken over EMIR daarin vastgelegd? Dan hoef je verder niets te doen. Ben je vóór 2014 een ISDA Master Agreement met ABN AMRO overeengekomen en heb je nog geen afspraken over EMIR gemaakt? Dan kun je op twee manieren de EMIR-afspraken met ABN AMRO maken: