Wil je een vereniging of stichting oprichten? Dan is het goed om te weten wat de verschillen zijn. Welke keuze past het best bij je? Bekijk de 10 belangrijkste verschillen.
Je wilt een stichting of vereniging oprichten? Dan is het goed om te weten wat de verschillen tussen beide zijn. Een verkeerde keuze kan er bijvoorbeeld toe leiden dat je je rechtsvorm moet wijzigen, met veel papierwerk en financieel uitzoekwerk als gevolg. Denk er goed over na en laat je informeren of adviseren voordat je je keuze maakt.
Op stichtingen is een ander deel van het burgerlijk wetboek (Boek 2, Titel 5) van toepassing dan op verenigingen (Boek 2, Titel 2). Dat betekent dat er andere wetten gelden voor een vereniging dan voor een stichting.
Een stichting moet verplicht via de notaris worden opgericht (al dan niet via een testament) en bij de Kamer van Koophandel (KvK) worden ingeschreven. Bij de vereniging hoeft dat niet. De oprichters kunnen zelf bepalen of ze willen dat de vereniging wordt ingeschreven. Is je vereniging opgericht bij de notaris en ingeschreven bij de KvK? Dan is er sprake van een formele vereniging.
Weet je wanneer je zelf als bestuurder aansprakelijk kan worden gesteld? Het is slim om dit vooraf goed uit te zoeken. Het verschilt namelijk per organisatievorm.
Een stichting en een formele vereniging kunnen erven en registergoederen, zoals een pand of grond, bezitten. Een informele vereniging heeft dit niet en kan geen erfgenaam zijn.
Een vereniging heeft leden. Een stichting heeft dat niet. Een vereniging moet ook een Algemene Ledenvergadering hebben. Daardoor heb je als lid van een vereniging in de praktijk vaak meer invloed op de dagelijkse gang van zaken. Maar een stichting kan meestal sneller handelen dan een vereniging. Een stichting heeft geen leden. Dat is bij wet geregeld. Is er binnen een stichting iemand die zich als lid gedraagt? Dan overtreedt de stichting mogelijk de wet.
Ben je bestuurder van een stichting? Dan word je door het bestuur gekozen. Bij een vereniging benoemen de leden een bestuur. Dit bestuur moet zich verantwoorden tegenover leden. Een stichting heeft geen leden die het bestuur controleren en hoeft zich niet bij een algemene ledenvergadering te verantwoorden. Wel zijn er soms andere betrokkenen zoals donateurs of subsidieverstrekkers. Voor hen is het belangrijk te weten hoe hun geld wordt uitgegeven. Wordt er met externe gelden gewerkt? Dan wordt er vaak een Raad van Toezicht ingesteld. Het doel van de Raad van Toezicht is om het bestuur te controleren.
Een vereniging mag geen uitkeringen doen aan bestuursleden, gewone leden, ereleden en andere leden. Voor stichtingen geldt een verbod op uitkeringen aan bestuursleden en oprichters.
De eisen aan de statuten van een stichting zijn anders dan die van een formele vereniging. Bij een stichting kan het bestuur wijzigingen doorvoeren, net als de Rechtbank. De statuten van een vereniging kunnen daarentegen alleen worden gewijzigd door de Algemene Ledenvergadering.
Nalatenschappen zijn voor veel stichtingen een belangrijke bron van inkomsten. Als een stichting een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is, is ze vrijgesteld van schenk- en erfbelasting. Een vereniging is hiervan vrijgesteld als ze een Sociaal Belang Behartigende Instelling (SBBI) is.
Een stichting kan zich niet borg stellen of schulden aangaan, tenzij in de statuten staat dat dit mag.
Meer weten over dit onderwerp? Lees hoe je een vereniging of stichting opricht.